Heidelbergse Catechismus, zondag 12

Orde van dienst (Kampen morgendienst)
Psalm 75,1
Gezang 1,13
lezen Lukas 3:1-22
Gezang 26a, 4
zondag 12
Gezang 27,1-4
Gezang 27,5-9

Loenen-Abcoude 31/05/98
de preek is incompleet bewaard gebleven

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Even heb ik geaarzeld, maar niet lang. Het is een te mooie samenloop van omstandigheden om te laten schieten: zondag 12 op Pinksteren. Is dat niet net wat we vieren op Pinksteren, dat de Heilige Geest is gekomen om ons leden van Christus te maken, deel aan Hem te geven, ja tot een deel van Hem, een deel van zijn lichaam te maken? Is dat niet net wat we vieren op Pinksteren, dat Hij, de Here Jezus, die éne onvergelijkelijk gedoopte met de Heilige Geest, ons allemaal doopt met de Heilige Geest?

Pinksteren is het feest van de Geest. Maar het gaat niet zomaar om 'de' uitstorting van 'de' Heilige Geest. Wat zei Petrus ook al weer? Nu Jezus dan door de rechterhand van God verhoogd is en de beloofde Heilige Geest van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat u en ziet en hoort. De Heilige Geest is niet maar zelf gekomen, en ook heeft niet maar 'God' Hem uitgestort, nee, het gaat hier heel centraal om Jezus Christus. Pinksteren is ondenkbaar zonder Hem. De Geest is zijn Geest. Hij stuurt ons de 'andere Trooster'. Hij doopt zijn gemeente in de Geest in wie Hij zelf gedoopt is.

Dat is dan ook het opvallende op het eerste christelijke Pinksterfeest in Jeruzalem, dat alles daar spreekt van Jezus Christus. En ik denk dat het goed is dat wij dat goed op ons laten inwerken. Het gaat niet om de Heilige Geest op zichzelf, nergens en nooit in de kerk. Als Hij met een boodschap komt, is dat een boodschap van de grote daden van God in Jezus Christus. Als Hij met levenskracht komt, is dat de kracht om te dienen als Jezus Christus. En ook strijden tegen de zonde en de duivel is alleen mogelijk in Jezus' naam. Alleen Hij is Heer over de machten.

Alle gaven van de Geest, alle effecten die Hij teweeg brengt, ze spreken van Jezus Christus, onze Heer. Als ze dat niet doen, zijn het geen gaven van de Geest. Want dat is het nu net wat de Geest komt doen: ons deel geven aan Christus. Dat is dan ook precies wat ons vrolijk christen-zijn uitmaakt. Wie de Heilige Geest op zichzelf neemt, die is pas tevreden en blij christen als hem of haar ook gegeven is wat dan gezien wordt als de speciale gaven of tekens van de Geest: tongentaal, genezing, profetie. Wie de Geest ontvangt als de Geest van Christus, die is tevreden en blij met Christus, de Redder, en mag de Geest van Christus ontmoeten in z'n eigen leven, heel concreet in zin om over Jezus Christus te spreken, in zin om Hem te dienen, in zin om het goede te doen en het kwade te bestrijden.

Daar zal het vanmorgen verder in de preek om gaan: Christus doopt ons in zijn Geest, dat geeft ons zin om over Hem te spreken, zin om Hem te dienen, zin om het goede te doen.


Christus doopt ons in zijn Geest. Zijn Geest. Het gaat op Pinksteren altijd weer over de Heilige Geest die eerst Jezus Christus bezield en gedragen heeft. Hij doopt ons in de Geest in wie Hij ook zelf gedoopt is. We hebben er van gelezen in Lukas. Johannes profeteert van Jezus dat Hij zal dopen met de Heilige Geest, en dat is dezelfde Jezus die dan meteen ook zelf gedoopt wordt en de Heilige Geest op zich ziet neerdalen als een duif. Ik heb het gevoel dat wij wel eens te gemakkelijk de Here Jezus op zichzelf nemen als wij de evangeliën lezen. Dan denken we: ja, Hij is zelf God, en kan al die dingen, is zo wijs, zo goed uit zichzelf. Maar de bijbel wijst ons er telkens weer op dat Jezus werkelijk de Christus is, de Gezalfde met de Geest, die alles doet in de kracht van de Heilige Geest. Pas als Hij gedoopt is, gaat Hij aan het werk, vol van de Heilige Geest.

En wat gaat Hij dan doen? Nou, zondag 12 heeft het in heel dure en moeilijke woorden erover, dat Hij als profeet en leraar ons de verborgen raad en wil van God over onze verlossing volkomen geopenbaard heeft. Waar gaat het dan om? Er wordt onder meer bij verwezen naar Lukas 4:18. Laten we dat eens even opzoeken. Dan zien we dat het daar gaat over zijn zalving met de Heilige Geest, om aan armen het evangelie, de blijde boodschap te brengen. Gevangenen horen dat ze vrij zijn, blinden zien, verbrokenen, onderdrukten worden bevrijd en het grote jaar van Gods goedheid wordt rondgebazuind. Daar gaat het om bij het werk van Christus. Wat God altijd van plan is geweest, maar tot op de komst van Christus verborgen had gehouden, dat gebeurt nu: een evangelie van verlossing en bevrijding, van verzoening en genezing, van leven, licht en vrolijkheid. Dat doet de Geest in wie Jezus Christus gedoopt is. Hij is de verkondiger van het evangelie.

Nou, dat wil wat zeggen voor ons, als wij door diezelfde Geest leden van Christus worden, deel krijgen aan Hem. Moet je eens zien wat een onoverzienbare rijkdom aan genade en verlossing in Jezus Christus op ons afkomt. Je krijgt er vanzelf zin van om er ook van te gaan vertellen. Vertellen van de grote goede daden van God in Christus, vertellen van zijn leven voor ons, van zijn opstanding, vertellen van de ruimte van vergeving en bevrijding ook voor ons, in ons leven.

Ik zeg dat vanmorgen expres eens zo, dat we zin krijgen om te spreken, te dienen, het goede te doen. Want dat hoort bij de Heilige Geest: zin krijgen, bezieling. Wij denken vaak over de Geest als een kracht, als een soort elektriciteit, een energie. En dat kan ook best eens. Maar het is toch heel eenzijdig, heel ding-matig. Mensen lopen niet op batterijen en de geest van mensen is niet maar hun motor. Wie de Geest krijgt, krijgt zin, zelf zin om bepaalde dingen te doen. En dat begint bij de Heilige Geest altijd bij zin om te vertellen over onze Here Jezus Christus. Niet voor niets begint het ook zo op Pinksteren, met een spreken in allerlei talen en een uitgebreide preek van Petrus.

Waarom is dat eigenlijk zo? Nou, omdat alles, maar dan ook alles in het christelijk geloof begint bij wat God gedaan heeft. Alles start bij de grote daden van God. Mensen beginnen niet te vertellen over wat zij zelf allemaal wel niet gepresteerd hebben. Ze beginnen ook niet te vertellen over wat zij zelf allemaal wel niet verkeerd gedaan hebben, nee, als de Geest komt, krijgen mensen onweerstaanbare zin om te vertellen over wat God gedaan heeft.

Laten we dat toch goed in de gaten houden. Wij zijn over het algemeen niet zo van die vertellers over God. We schamen ons vaak genoeg over ons christen-zijn en stellen ons wat verdekt op. Komt dat niet heel vaak omdat we denken dat we over ons geloof moeten vertellen, ja eigenlijk over ons zelf moeten spreken? En dan is er inderdaad veel om ons over te schamen. Dan staan onze eigen inconsequenties ons in de weg, en de angst dat mensen ons niet serieus zullen nemen. Maar het gaat er helemaal niet om dat wij over ons zelf spreken, zelfs niet dat wij over ons geloof spreken. Het gaat om een vertellen over Jezus Christus, en over de grote daden die God in Hem gedaan heeft en doet. Wie dat bedenkt praat niet alleen veel makkelijker, hoe meer je denkt aan wat God gedaan heeft, des te meer zin krijg je ook om er van te vertellen.


Des te meer zin krijg je ook om Hem te dienen. Dat was het tweede. Ook daarbij geldt, dat wij gedoopt worden in de Heilige Geest, die eerst Christus bezield en gedragen heeft. In de kracht van de Geest ging Hij aan het werk. Hij kwam om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. En ook dat was niet maar iets dat Hij uit zichzelf deed, helemaal op zichzelf, ook hier is het de Geest die de Here Jezus bezield en gedragen heeft. Laten we maar weer even een bijbelplaats opzoeken die de catechismus noemt: Hebreeën 9:14. Daar lezen we over Christus, die door de eeuwige Geest zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft en wiens bloed ons reinigt van dode werken om de levende God te dienen.

Dat de Here Jezus kwam om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen, dat was niet iets wat Hij met tegenzin deed, omdat het nu eenmaal moest. Hij heeft er zijn moeite mee gehad, en het was ook niet niks. Maar heel duidelijk is toch telkens weer dat Christus het zelf wilde: dienen, lijden, zichzelf overgeven voor ons. Die wil, die zin om te dienen, die we bij de Here Jezus zo concreet kunnen zien in de evangeliën, die is gedragen door de eeuwige Geest, de Geest in wie Hij was gedoopt.

Nu, het is diezelfde Geest in wie Hij ook ons doopt, met wie Hij ook ons bezielen wil. Hij maakt ons door Hem leden van zichzelf, geeft ons deel aan zijn eigen zin om te dienen, op onze eigen manier. Als priester mijzelf als een levend dankoffer aan Hem offeren - het is bijbeltaal, en misschien vinden we het wel moeilijk om ons er altijd iets bij voor te stellen, maar het gaat heel duidelijk daarom, dat wij door de Heilige Geest zin krijgen om de Here Jezus Christus te dienen met heel ons leven. Hoe zou het ook anders, als we zien hoe Hij ons heeft gediend met zijn leven en dood?

Ook dat hoort bij Pinksteren, nietwaar? We zien het meteen in het leven van de eerste gemeente: zin om te dienen. Zien we het ook in ons eigen leven? Nee, misschien niet altijd. We kennen allemaal de ups en downs van het leven als christen. Maar toch: ieder christen zal het ervaren: zin om te dienen, werkelijke dankbaarheid, die zich uit in daden. Wie dat helemaal nooit ervaart is òf ziek òf heeft een heel ernstig probleem met zijn geloof. Het wordt dan de vraag of je überhaupt wel gelooft, of je überhaupt oog hebt voor de kostbare gave van God in de overgave van Christus door de eeuwige Geest.

Maar laten we bedenken dat het ook hier niet gaat om iets dat wij zelf presteren moeten, iets waar wij onszelf toe opwerken moeten. Zin om te dienen is een van de grootste gaven van de Geest, die worden opgeroepen door de grote gave van Christus verlossing voor ons. Laten we veel bidden om open ogen voor de dienst van Christus, dat we Hem zien zoals Hij is. Laten we veel bidden om de bezieling van diezelfde Geest die Hem bezielde, onze Heer, die kwam om te dienen en zijn leven te geven voor ons. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar het lijkt me zo toe: hoe meer oog voor Christus, des te meer zin om Hem te dienen.


Dan nog één ding: des te meer zin ook om het goede te doen en het kwade te bestrijden. Paulus zegt ergens: waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. En dat is eindeloos diep. Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid van alle verslaving, daar is vrijheid van alle onderdrukking, daar komen mensen weer recht voor God en recht voor elkaar te staan. En dat is ook wat we in eerste instantie zien in de Here Jezus Christus zelf. Hij is de Koning, al in zijn leven op aarde, de Koning die zich niet laat inpakken in menselijke kaders, die vrij door het land trekt om het goede te doen, die mensen ontdekt aan hun slechte bedoelingen en hen terechtwijst, die door de Heilige Geest zelf de boze geesten uitdrijft, die het kwade overwint door het goede en voor zijn vijanden gebeden heeft (ja ook dat hoort bij werkelijke vrijheid, dat je je ook niet te pakken laat nemen door tegenstellingen en vijandschap).

Wat is hier het geheim? Toch wel dit, dat Christus zelf met een vrij en goed geweten door het leven trok. Wat ons vaak zo traag maakt om het goede te doen en het kwaad te bestrijden, is ons besef hoe diep wij zelf in het kwaad gewikkeld zitten. Wat zouden wij zeggen tegen anderen, die tegen ons zouden kunnen zeggen: kijk naar jezelf!


Eerst vergeving, dan weer zin!

Christus koninklijk werk bevrijdt ons tot een koninklijk leven.

Er komt weer zin om het goede te doen, zin om het kwaad tegen te gaan, en het kan in zijn Geest, omdat we deel hebben aan Hem.


De preek is incompleet bewaard gebleven


<<<