C:\Mijn documenten\Mijn preken\zondag1704prk.wpd

Zondag 17



Liturgie Kampen mi Loenen 23/01/00

Gezang 24,1.2 Bodegraven/Woerden 30/07/00

lezen Galaten 3:15-29

Gezang 25

Zondag 17

Gezang 4

Liedboek gezang 208,1-3.18.19



Liturgie Kampen mo Amsterdam-Z/W 23/09/01

Gezang 21,1

Gezang 21,2.3

Lezen Galaten 3:15-29

Liedboek gezang 208,1-3.18.19

Zondag 17

Liedboek gezang 217

Psalm 147,1-4





Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,



Vanmiddag wil ik het even met u hebben over de opstanding van Jezus Christus, de bijbel en de manier waarop wij in het leven staan.



Net als dit stukje Heidelbergse Catechismus ga ook ik ervan uit dát Jezus inderdaad ís opgestaan uit de doden, op de manier zoals die in de bijbel verteld wordt. Zo hoort dat binnen de kerk, lijkt me. In ander verband kun je best eens uitleggen waarom er geen reden is om te twijfelen aan de werkelijkheid van de opstanding van Jezus. Maar in de kerk gaan we daar samen van uit. Samen kun je dan vragen: wat is nu eigenlijk de waarde, de betekenis, de praktische betekenis ook van die opstanding?



Die waarde, die betekenis, wil ik vanmiddag is proberen aan te geven via wat er in de opstanding met de bijbel gebeurt, met het geheel van de bijbel. En omdat het in die bijbel steeds over onze wereld, onze werkelijkheid en ons leven gaat, komen we zo vanzelf ook bij de praktische betekenis van Jezus' opstanding.



Je zou kunnen zeggen: in Christus' opstanding trekt de hele bijbel samen, of: Christus' opstanding trekt de hele bijbel bij elkaar, maakt van de geschiedenis een geheel, zoals je een kleed kunt oppakken en de hoeken aan elkaar knopen, of zoals de vier hoeken van een gewelf bij elkaar komen in die ene steen bovenin. Laten we het maar wat langs lopen aan de hand van de diverse opmerkingen hier in zondag 17.



Christus heeft door zijn opstanding de dood overwonnen. Dat in de eerste plaats. Daarin wordt teruggegrepen op wat aan het begin van de wereldgeschiedenis gebeurde. God en mensen in de tuin Eden, het paradijs. De mens kind aan huis bij God, God de gever van leven en overvloed. Maar tegelijk het verbod om zelf uit te maken wat goed en kwaad is. Daaraan zouden mensen zich vertillen en kapot gaan. Wie zich op zichzelf stelt, los van God, en zijn eigen gang gaat, die gaat daaraan dood. Ondanks dat verbod is dat toch gebeurd. Mensen gaan hun eigen gang, en gaan daar aan dood. Ze schamen zich voor elkaar, slaan elkaar dood, hebben een grote mond, leven er op los, maken er een puinhoop van. En het einde is altijd weer: en hij stierf. Los van God houden mensen zich een tijdje in leven, dan, vroeg of laat, blijkt de dood te sterk.



Als je daarbij heel het begin van de bijbel bij betrekt, zie je de verbanden waarin dat allemaal staat, en kun je ook iets van de relevantie ervan zien. Zo als de werkelijkheid getekend wordt in de verhalen van Kaïn en Abel, van Lamech, van al die stervende mensen na Adam, van het leven vóór de zondvloed en de hoogmoed en eigenwaan daarna bij de torenbouw van Babel, zo is de werkelijkheid nog steeds. Dit is ook de wereld waar wij in wonen. Ontkennen helpt niet, zeker niet na een twintigste eeuw, waarin meer mensen zijn gestorven en omgebracht dan in vele eeuwen daarvoor samen. Sinds de mensen zich los van God opstelden, is het leven een doodlopende weg geworden. Voor iedereen is tenslotte de dood te sterk.



En in díe werkelijkheid staat daar dan Jezus Christus in die tuin van Jozef van Arimatea. Hij is opgestaan. Het leven bleek voor Hem geen doodlopende weg. Hij was sterker dan de dood en maakte een uitgang waar geen uitgang was. Het is niet afgelopen met de dood, het leven gaat niet als een waterval de diepte in, zonder ooit nog weer boven te komen, ook al lijkt dat in allerlei opzichten wel zo. Het geboren worden, eventueel kinderen krijgen, oud worden en weer sterven, ís niet alles. Dan kun je nog eens kijken naar die dolle wereld van ons, waarin van alles opgaat, blinkt en weer verzinkt, zonder daar doodmoe en pessimistisch van te worden. Er is een uitgang, daar om de hoek, waar alles lijkt dood te lopen. Dankzij Jezus. Want in zijn opstanding blijkt Hij sterker dan de dood.



Ik ga een regeltje verder in zondag 17: om ons te doen delen in de gerechtigheid die Hij door zijn dood voor ons verworven had. Daarbij gaat het erom dat het weer goed is tussen God en mensen, of anders gezegd, dat wij als kinderen van God mogen leven. Door geloof in Christus Jezus worden mensen zonen en dochters van God. Daarin wordt teruggegrepen op die oude belofte aan Abraham. Als in Genesis alles lijkt dood de lopen, en zelfs de lijn van vader op zoon van Adam af doodloopt in de onvruchtbaarheid van Abram en Saraï, grijpt God in met zijn roeping van Abram en zijn belofte: Ik ga je een land en veel kinderen geven, en van hen wil Ik de God zijn, hen wil Ik als mijn kinderen.



Die belofte wil God nu op een heel nieuwe manier vervullen vanuit de opstanding van Jezus Christus. Weidser, breder, meer omvattend dan ooit daarvoor, laat God alle mensen roepen: kom, laat je aannemen als kind van Mij, in Jezus' naam. Wat er ooit tussen ons in gestaan heeft, het is weg gedaan in Jezus' dood, opgeruimd, vergeven. Laten we samen een goed leven opbouwen. Dat Jezus is opgestaan betekent ruimte voor een nieuwe start met God, een ruimte wijder dan ooit te voren: niet alleen voor Joden, niet alleen voor vrijen, niet alleen voor mannen, niet alleen voor dezen of alleen voor genen. Niemand mag zeggen: niet voor mij bedoeld. Tot iedereen komt de uitnodiging: laat je met God verzoenen, begin een werkelijk nieuw en uitdagend leven met Hem.



Kijk zo eens rond in je leven, naar de mensen om je heen. Als je de week met een zondag begint, met dat teken en die herinnering aan Jezus' opstanding, en die opstanding betekent iets voor je, kijk er dan de rest van de week elkaar eens op aan. Die belofte is ook voor allen die de Here er bij roepen wil, misschien wel door onze dienst. Je hebt iets door te geven, iets voor te leven, iets uit te delen na Pasen. Wie zich bij dat uit-deel-werk van Jezus niet wil laten inschakelen, die heeft de werkelijke betekenis van de opstanding nog niet geproefd.



Zondag 17 gaat verder: we worden door zijn kracht ook opgewekt tot een nieuw leven. Daarin wordt teruggegrepen op die andere grote instelling van het oude testament, de wet. Na de belofte aan Abraham volgde de wet op de Sinaï. Toen God met zijn volk ging leven in het beloofde land wilde Hij het werkelijk goed hebben met Israël. Daarvoor gaf Hij allerlei wetten en regels, daarvoor maakte Hij afspraken met zijn volk. God zelf is heilig, eerlijk, rechtvaardig en goed, daarom moest zijn volk ook heilig zijn, eerlijk, rechtvaardig en goed. Anders zou het niet passen en niet goed gaan.



En inderdaad ging het niet goed. Wat bleek, was dat Israël in feite niet geïnteresseerd was in God. Ze verzonnen slechte dingen, gingen allerlei afgoden achterna en lieten God de Here maar praten. Het kwaad zat bij hen van binnen, het groeide uit hun eigen hart. Zelfs de meest primaire dankbaarheid brachten ze niet op. En zo liet de wet alleen maar zonde kennen, bracht ze aan het licht dat mensen uit zichzelf niet goed worden, dat ze tenslotte niet opvoedbaar zijn, dat ze nieuw gemaakt moeten worden, nieuw geschapen, voor het wat goeds wordt.



En ook hierin is de bijbel reëel en nuchter, beschrijft hij wat het geval is. Er is een diepe onmacht in ons om uit onszelf werkelijk te doen en te blijven doen wat goed is. We weten allemaal hoe het gaat met goede voornemens. En zeker als we ons gaan meten niet maar aan andere mensen, die net zulke mislukkelingen zijn als wij, maar als we ons meten aan Jezus of aan God zelf in zijn goedheid, merken we hoe wij dat uit onszelf niet op gaan brengen.



Maar ook die lijn neemt Jezus op in zijn opstanding. Ook dat nieuwe hart, die nieuwe zin om te doen wat werkelijk goed is, deelt Hij ons uit door zijn Heilige Geest. Daar komt iets van terecht in ons leven ook. Je kunt het vaak genoeg zien, en erkennen dat dit toch echt onze verdienste niet is. Er gaat effect uit op ons van leven met Jezus. Hij vormt ons en maakt ons nieuw, nee, niet volmaakt en àf, maar wel in een begin, als een teken van wat nog komt. En Hij daagt ons uit om zó eens naar ons leven te kijken, te letten op de genade, op de vernieuwing die Hij wel degelijk geeft, nu al. Te kijken naar hoe we die vernieuwing meer ruimte zouden kunnen geven, er meer van zouden kunnen genieten.



Tenslotte noemt zondag 17 nog het onderpand zijn van onze eigen opstanding in heerlijkheid. Ook daarin wordt een verband gelegd in de bijbel, nu naar voren toe. Er wordt vooruit gegrepen op de komst van die nieuwe wereld van vrede en gerechtigheid, de komst van Gods koninkrijk. Daarvan kun je niet zeggen: kijk maar, de bijbel beschrijft hoe de werkelijkheid is, dit is reële taal. Er wordt juist vooruit gegrepen op wat nog niet reëel is en wat deze realiteit ook te boven gaat. Dat zie je trouwens ook aan de opstanding zelf. Jezus is niet maar wakker geworden uit de dood. Hij is opgestaan in een nieuw leven, van een andere orde, meer omvattend dan het leven hier. Tastbaar levend, maar tegelijk verschijnend en verdwijnend in heerlijkheid.



Reëel is de boodschap van dat komende koninkrijk hoogstens in die zin, dat je kunt zien dat onze werkelijkheid zo vernield is, dat er geen repareren meer aan is. Er gaat een nieuwe wereld komen, en dat is nodig. En er gáát een nieuwe wereld komen, kijk maar naar Jezus. Zijn opstanding bewijst niet maar dat er leven is na de dood. Zijn nieuwe leven toont dat er nieuw leven is na de dood, begin van een nieuwe schepping. En wie zich met Jezus laat verbinden, mag zich erfgenaam van die nieuwe schepping weten. Het gaat maar niet om onze opstanding, maar om onze opstanding in heerlijkheid, in die heerlijkheid namelijk van de nieuwe werkelijkheid.



Hoe sta je dán in het leven? Kun je dan nog op en onder gaan in het leven van vandaag en morgen? Kun je je dan nog vastbijten in wat je hier en nu bereiken wilt? Je zou er dood aan gaan, Gods belofte ervoor naast je neerleggen, en telkens weer stuiten op je onmacht om echt iets goeds te bereiken.



Laten we het maar bedenken: in Jezus' opstanding trekt zich heel de bijbel samen. En als de vier hoeken van de bijbel worden samengeknoopt, dan worden de vier hoeken van de aarde daarin mee opgenomen, en raakt er van alles van zijn plaats. De dood zelf komt open te staan. Gods belofte gaat rond over de aarde, open en uitnodigend. Wij blijken nog heel andere dingen te kunnen dan we dachten, en er blijken nog heel andere dingen te komen dan we hier op aarde zouden verwachten. Hoe sta je dan in het leven? Ik hoop in geloof. Dan is er reden voor hoop en kracht voor liefde, en zegen tot in eeuwigheid. Amen.