Heidelbergse Catechismus, zondag 20

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Gezang 27,1-3
lezen 1Korintiërs 2:6-16
Gezang 27,4-5
Zondag 20
Liedboek gezang 241
Gezang 35,2
Gezang 27,6-9

Loenen-Abcoude 19/03/00
Zeist ??/07/00
Bodegraven 27/08/00
Leidsche Rijn 19/05/02
Haarlem 02/06/02

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Vanmiddag wil ik met u stil staan bij twee elementen uit zondag 20 die me op een bepaalde manier zijn opgevallen. Ik haal ze even naar voren uit het grotere geheel van de leer van de kerk over God de Heilige Geest en geef ze u mee om zelf verder over na te denken. Het gaat me om het ten eerste, dat zondag 20 begint met te zeggen wie de Heilige Geest is. En het gaat me om de opmerking in het ten tweede, dat de Heilige Geest ons door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel geeft.

Ik kom op die twee elementen omdat ik de indruk heb dat ze allebei niet zo sterk voor ons leven. Als het over de Heilige Geest gaat, denken wij haast automatisch aan wat Hij voor ons doet, wat Hij in ons leven doet, wat Hij ons oplevert. Dat de Heilige Geest echt en eeuwig God is, een goddelijke Persoon, is vooral moeilijk en onvoorstelbaar. En daarom slaan we het voor onszelf makkelijk over. Wat dat tweede betreft komt me voor dat wij er in ons geloofsleven vaak van uitgaan dat de Heilige Geest ons door waar gevoel aan Christus deel geven moet, en dat het geloof vooral bij God de Vader of bij Jezus zijn Zoon hoort. Laten we eens kijken. Dan blijkt vanzelf wel dat beide elementen met elkaar te maken hebben.


De catechismus is kort, in zondag 20. Je kunt over die beknoptheid heel verschillend denken. Er blij mee zijn of er juist last van hebben. Er is ook ongetwijfeld veel meer over de Heilige Geest te zeggen. Als we straks met de geloofsbelijdenis van Nicea zeggen dat Hij de Heer is, die levend maakt, dan gaat er inderdaad een raam open dat uitzicht geeft op veel meer dan hier gezegd wordt. Maar er is aan die kortheid hier in zondag 20 in ieder geval ook deze kant, dat de catechismus zich inhoudt voor een geheim, een mysterie. Met weinig woorden wordt iets aangeduid dat we ook met alle woorden van de wereld niet te pakken zouden kunnen krijgen: God zelf die zich geeft aan mensen in de Persoon van de Heilige Geest. Heel persoonlijk: echt en eeuwig God, en vier keer mij.

Het is alsof zondag 20 ons wil waarschuwen: niet te snel, niet meteen vragen: wat levert het me op?, niet meteen doorlopen naar hoe het 'werkt', sta nu eerst eens even stil bij dat wonderlijke, dat God zelf in eigen Persoon bij ons komt, in ons leven wil, ons bezielen wil. Als we willen leven in de Geest, vol willen zijn van Hem, van wie zijn we dan eigenlijk vol? Ja, van Hem die Heer is, die samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is, en daarom ook aangebeden en verheerlijkt wordt.

Die woordkeus hier is echt een service van de kerk, iets waar je door geholpen kunt worden. Zondag 20 richt ons niet op de Heilige Geest op zichzelf, geïsoleerd van Vader en Zoon. Op zichzelf bestaat er helemaal geen Heilige Geest. Hij is de Geest van de Vader en de Geest van de Zoon, die samen met hen leeft en regeert in eeuwigheid. Zo moeten we dan ook over Hem nadenken. En omgekeerd ook over God de Vader en Jezus zijn Zoon. U moet er maar eens op letten bij uw bijbel lezen, dat God altijd samen optreedt, dat als we over Vader, Zoon of Geest lezen, beide anderen nooit ver zijn. Waar de Geest is, is ook de Vader, is ook de Zoon. De Here Jezus zegt het zo tegen zijn leerlingen: Wij zullen bij u komen en in u wonen. Paulus leert ons, dat wij niet meer leven, maar dat Christus in ons leeft door de Geest.

De levende gemeenschap die God in zichzelf is, reikt in de Geest tot binnen in ons. God heeft ons gemaakt. Het was zijn gemeenschappelijk project, van het begin af aan. Het Woord klonk en de Geest gaf leven, werd ingeblazen in mensen. Maar mensen gaan hun eigen gang, hoe ongelukkig we daar ook van worden. Dan komt God zelf ons opzoeken in Jezus Christus, zijn Zoon. Hij komt naast ons staan, ons leven van ons over nemen. Uit de liefde van God komt de genade van onze Heer, Jezus Christus, naar ons toe. Maar nog, als er niet meer gebeurt, gaan wij onze eigen gang. Wij komen niet naar God, maar sluiten ons af. Dan komt Hij zelf opnieuw, nog een keer anders, en opent ons hart van binnen uit. Uit de liefde van God komt, door de genade van onze Heer, de gemeenschap van de Heilige Geest voort. In de Geest komt God zelf in ons eigen hart, ons eigen bewustzijn, en geeft ons God te ervaren, laat tot ons dóórdringen wat wij van Vader en Zoon ontvangen hebben. Hij heeft het ons geopenbaard door de Geest. Het laatste van het evangelie, wat ons hart raakt, dat is de Geest.


Daarmee staan we midden in 1Korintiërs 2. Het getuigenis van God dat Paulus kwam brengen was niet maar een boodschap vàn God, maar ook een boodschap óver God. Er zit de grote verrassing in dat God zelf zondige mensen zoekt om met hen samen te leven. Dat heeft geen mens verzonnen. Het leefde in de diepten van God zelf, in zijn hart. En nu net dát openbaart God ons door de Geest. De wens van zijn hart brengt Hij in ons hart. De Vaderliefde van God laat Hij zo tot ons doordringen dat wij Vader tegen Hem gaan zeggen, de overgave van Christus voor ons legt Hij ons zo in de ziel dat wij gaan zeggen: Jezus onze Heer.

Zo dichtbij komt God zelf bij ons. En zo weten we werkelijk wat we aan God hebben. Er is niet nog een geheim in Gods hart, een donker geheim, een ander evangelie dat geen evangelie is. We hebben ook maar geen daden van Hem, goede daden, maar toch, uiterlijke daden, zodat je je altijd nog zou kunnen afvragen: denkt God er zelf niet eigenlijk anders over? En ook niet alleen maar woorden, die niet tot ons doordringen. God zelf brengt zijn daden en zijn woorden bij ons binnen en geeft ons deel aan zijn leven, zijn liefde, als God zelf in ons. Wat Hij doet en zegt, gedaan heeft en gezegd heeft, Hij laat het tot ons doordringen door de Heilige Geest.

Ziet u, daarin gaat het om veel meer dan om gevoel, dan om ons door echt gevoel, goede gevoelens en emoties, deel aan Christus te geven. Daarin gaat het God om ons als complete mensen. In zijn Geest wil God, de complete God, Vader, Zoon en Geest, in complete mensen woning maken. Laten we nu eens, op het spoor van zondag 20, beginnen met ons daarover te verbazen. Ik denk: pas die verwondering maakt ons werkelijk open voor wat er dan wel niet allemaal te zien en te horen en te beleven valt. Hier te snel doorlopen, laat je uiteindelijk te weinig zien.


Daarmee ben ik bij dat tweede element gekomen. Ik zei al: waar zondag 20 het heeft over door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel geven, verwachten wij van de Heilige Geest zomaar dat Hij ons door waar gevoel zal laten merken dat wij geloven, bij God horen, op de goede weg zijn, en zo voort. En waar gevoel betekent dan zomaar zelfs door een goed gevoel, een prettig gevoel.

Ik kan de gedachte niet kwijtraken dat deze verwachting van een goed gevoel van de Geest alles te maken heeft toch met een op zichzelf nemen van de Geest. En we weten wel niet zoveel van wat een geest is, maar we vermoeden toch, dat het iets met enthousiasme, met positieve gevoelens, met ergens voor gáán te maken heeft. In de gewone Nederlandse zin van het woord verbinden we vervuld worden van de Heilige Geest zomaar met 'de geest krijgen'. Maar de Heilige Geest bestaat niet op zichzelf, en alleen daarom al zouden we er beter aan doen om vervuld worden van de Heilige Geest te verbinden met die andere gewone Nederlandse uitdrukking: leven 'in de geest van iemand'. Dat raakt tenminste veel meer dan emoties en enthousiasme; het komt ook uit in daden, in gedachten, in kennis, in woorden spreken. De complete mens.

Die zelfde complete mens komt hier ook aan de orde in dat door waar geloof. Want geloof is niet een kwestie van verstand. In echt geloof aanvaard je Christus als de hele mens die je bent. En in Christus ontvang je ook zijn Vader. Wij zullen bij u komen en in u wonen. En dan ben je zomaar niet uitgekeken op wat er gebeuren gaat. Want Christus scherpt onze zintuigen en laat ons zien wat nodig is, wat goed doet, wat zonde is, wat mooi en lelijk is, wat waar is en wat lof verdient en wat leugen is en verafschuwd moet worden. Er komen gaven van kennis en van inzicht, van fijngevoeligheid en van luisteren. En wie leert leven in de Geest van de Vader die krijgt oog voor de schepping, voor wat kostbaar is in Gods ogen, die leert op een goede manier boos en verontwaardigd zijn over onrecht en misbruik, die krijgt deel ook aan Gods woede over het kwaad. Er komen gaven van wijsheid, van levenskunst. En het einde is nog lang niet daar. Onafzienbaar is de rij van gaven en effecten die we van de Geest verwachten kunnen.

Juist daarom is het zo belangrijk om te beginnen waar de catechismus begint. Het leert je kijken naar de complete God in jouw leven, en Hem benoemen, bedanken, bidden. Als je een diep gevoel van gelovigheid hebt komt het van de Geest, maar je goede ideeën komen van jezelf? Als je blij bent over het evangelie komt dat van de Geest, maar als je verdrietig bent over mislukking in je leven komt dat van jezelf? Als je een tekst krijgt of als een bijzondere gebeurtenis je leven stuurt komt dat van de Geest, maar als je zelf een verantwoordelijke beslissing neemt heeft Hij daar niets mee te maken? Als je wonderlijk geneest is dat de Geest, maar als je leert leven met je beperkingen is dat knap van jezelf? Een gevoel van troost in je verdriet is van Hem, maar energie om te werken die komt vanzelf?


We weten niet half hoe de Heilige Geest met en in ons bezig is, en we zullen het niet leren ook, als we Hem niet leren zien als de Geest die samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is. Als we Hem wel zo leren zien zullen we het nooit overzien, maar je leven met God wordt er wel veel boeiender van. Hij geeft ons deel aan Christus, aan de Vader, door waar geloof, waarin wij, als complete mensen de complete God aanvaarden, ontvangen. Dat is een overvloed waar we een eeuwigheid niet genoeg van krijgen. Laten we onszelf en elkaar niet te kort doen, en hier beginnen er op te letten en ervan te genieten. Probeer het maar. Kijk maar wat er te zien valt, zie maar wat er te doen valt. Hij is niet maar een geest, maar de Heer die levend maakt. Amen.


<<<