Weesp-Nigtevecht 06/11/94
Loenen-Abcoude 06/11/94
de houdbaarheidsdatum van deze preek is verstreken
Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,
Hoe zeldzaam mooi geeft Micha hier de toonhoogte voor onze avondmaalsviering aan. Eerbiedige verwondering over onze God - die mag ons hart vullen als we straks ter tafel komen. En zij mag met ons meegaan, het leven weer in, als een stem binnen in ons: Welke God is als U, die de zonde vergeeft en voorbijziet aan de overtreding van het volk van zijn erfdeel, die niet blijvend vasthoudt aan zijn woede, maar vreugde vindt in genade, die zich weer over ons zal ontfermen, die onze zonden zal vertreden - ja, U zult al onze zonden werpen in de diepten van de zee! Zo is God, onze God, hoe meer we over Hem nadenken, des te verrassender is Hij. Hij is een God die vreugde vindt in genade. Juist zo is Hij God - en geen mens - we zullen het straks nog lezen aan tafel uit Hosea.
En wat is het gelukkig dat God niet is zoals wij. Wij zijn mensen die elkaar zomaar vastpinnen op ons verleden. We hebben een geheugen als een olifant voor wat anderen ons aandoen, of verkeerd doen, of wat ons sowieso niet aanstaat. We weten wel wat dat er voor eentje is. Dat is er zo een die altijd alles anders wil, dat is er zo een die eens tegen ons in gegaan is, dat is er zo een die eens gestolen heeft, dat is er zo een die eens in een inrichting heeft gezeten, dat is er zo een die niet gereformeerd is, dat is er zo een die zich niet aan zijn afspraken houdt, dat is er zo een die niet weet hoe het hoort, dat is er zo een... vult u zelf maar aan. Als God net zo was als wij, dan zag het er niet best voor ons uit. Want als Hij ons eens op ons verleden ging vastpinnen, dan was Hij voorlopig nog niet klaar.
En wat is het gelukkig dat God niet is zoals andere goden. Hij is niet zon god die zegt: oké, ik zal ophouden boos op je te zijn, maar eerst ga jij eens flink boete doen, eerst ga jij maar eens flink wat offeren van wat je dierbaar is, eerst ga jij je maar eens uit de naad werken om het weer goed te maken, en dan zal ik wel met de hand over mijn hart strijken. Want hoe zouden we dan ooit weten of we wel genoeg hadden gedaan, hoe zouden we dan weten hoe het er werkelijk met ons voorstond? Hoe zouden we dan ooit werkelijk opnieuw kunnen beginnen? En dat is precies wat God ons geeft: een werkelijk nieuw begin, een nieuwe start met schone lei. Zo heeft Hij dat aan zijn volk Israël gegeven na de ballingschap, en het was een teken van wat komen zou: een nieuw begin van voren af aan in Christus zijn Zoon.
Micha heeft het vantevoren gezien. Hij mocht het namens God beloven, dat Hij opnieuw wonderen zou doen als bij de uittocht (vers 15). Er komt een nieuwe uittocht, een nieuw begin van Israël als volk van God. En Micha zingt er het lied over van onze tekst: Welke God is als U, die de zonde vergeeft en voorbijziet aan de overtreding van het volk van zijn erfdeel, die niet blijvend vasthoudt aan zijn woede, maar vreugde vindt in genade, die zich weer over ons zal ontfermen, die onze zonden zal vertreden - ja, U zult al onze zonden werpen in de diepten van de zee! U zult trouw bewijzen aan Jakob, genade aan Abraham, zoals U van oude dagen af aan onze vaderen hebt gezworen. Zo is God, onze God, een God die vreugde vindt in genade.
Dat mogen wij nu vieren in het avondmaal, dat God dat in Christus heeft gedaan. Neem, eet, drink, gedenk en geloof, dat het lichaam en bloed van onze Heer, Jezus Christus, gegeven zijn tot een volkomen verzoening voor al onze zonden. Volkomen: weggeworpen in de diepten van de zee zijn ze. Nooit zal God ons meer vastpinnen op ons slechte verleden. Volkomen: Gód vertrapt onze overtredingen. Niets hoeven wij te boeten of te offeren om die vergeving te verkrijgen. God geeft ze ons, in Christus zijn Zoon. Hij vindt vreugde in genade. Daarom mogen we verwonderd aan het avondmaal komen, en mag het zingen in ons, aan tafel en daarna, als we weer verder gaan: Welke God is als U, die de zonde vergeeft en voorbijziet aan de overtreding van het volk van zijn erfdeel, die niet blijvend vasthoudt aan zijn woede, maar vreugde vindt in genade, die zich over ons ontfermd heeft, die onze zonden vertreden heeft - ja, U hebt al onze zonden weggeworpen in de diepten van de zee! U hebt trouw bewezen aan Jakob, genade aan Abraham, zoals U van oude dagen af aan onze vaderen gezworen had - in Christus, onze Heer. Amen.