Matteüs 4:1-4

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Psalm 111,1.2
lezen Genesis 3
Liedboek gezang 287,1.2
lezen Deuteronomium 8:1-10
Liedboek gezang 287,3.4
tekst Matteüs 4:1-4
Psalm 111,4-6
Gezang 4
Psalm 146,1.3.4.8

Loenen-Abcoude 10/03/99

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Een ingewikkeld kruispunt van wegen, onoverzichtelijk, met veel kans om verkeerd af te slaan. Meestal wordt er in Nederland een rotonde bij aangelegd. Dat helpt. Maar dan nog. Je moet net het goede bord hebben. Even niet opletten en je zit verkeerd.

Ondanks het feit dat meestal in de woestijn niet veel ingewikkelde kruispunten met stoplichten en rotondes te vinden zijn doet dit gedeelte van Matteüs me toch hier aan denken. Ergens heeft iedere beproeving/verzoeking iets weg van terecht komen op zo’n ingewikkeld knooppunt van wegen. Je moet dan goed opletten op de bewegwijzering die God heeft aangebracht. Dat wil God van zijn kant je leren. Je moet goed opletten, want de duivel is druk bezig met je afleiden door allerlei andere clandestiene bordjes neer te zetten die je wegsturen van de goede weg.

En hier, bij Matteüs is er nog iets dat aan het beeld van een verkeersknooppunt doet denken: allerlei wegen en lijnen uit de bijbel komen hier bij elkaar. Bij de Schriftlezingen hebben we er al een paar ontmoet, maar er zijn er nog veel meer. Dat is meestal zo in de evangeliën als het over de Here Jezus gaat. De Schriften getuigen van Mij, zegt Hij ergens. En dat blijkt ook werkelijk zo te zijn. Alle wegen in de bijbel leiden op de een of andere manier naar Jezus.


Er is de oude weg van Adam en Eva in het paradijs, de verzoeking niet in de woestijn, maar in de tuin. Die weg die was afgebroken in de zondeval en nu kronkelend verder liep door de wildernis op een vervloekte aarde. Wat doet Jezus überhaupt in een woestijn? Ja, Hij zoekt mensen, kinderen van Adam.

Er is ook de oude weg van het volk Israël, door eigen schuld veertig jaar in de woestijn. Ze hadden veel eerder binnen kunnen gaan in Kanaän, maar ze durfden niet. Ze durfden niet op God vertrouwen. Dat moesten ze toen leren. Ze moesten heropgevoed worden. In de woestijn, waar je jezelf niet in leven kunt houden, maar verzorgd moet wórden. Maar gelukt was het niet. De geschiedenis van Israël was geëindigd in de woestijn van de ballingschap. Wat doet Jezus überhaupt in een woestijn? Ja, Hij zoekt mensen, kinderen van Israël.


Dit is duidelijk: Jezus móest naar de woestijn. De Geest van God zelf bracht Hem daar. Jezus kwam om mensen te redden, om hun leven te verzoenen met zijn leven. De wegen van de mensen komen daarom bij elkaar in zijn leven. Hij ondergaat in zekere zin opnieuw wat op de grote kruispunten van de geschiedenis van God en mensen al eerder gebeurd is. En waar zal Hij dan straks zijn volk heenleiden? Welke afslag zal Jezus nemen op dat grote knooppunt van wegen hier in de woestijn?


Veertig dagen en veertig nachten vastte Jezus. Toen kreeg Hij honger. Meer dan Elia is Hij, maar minder krijgt Hij. Elia liep die veertig dagen en nachten door de woestijn naar Horeb, en God zond een engel om hem te eten te geven (1 Kon. 19). Jezus niet. Hij is na veertig dagen verzwakt door de honger. Zijn lichaam schreeuwt om voedsel. Daar heeft de duivel op gewacht. Hij komt bij Jezus staan en spreekt Hem aan: U bent toch de Zoon van God? Zeg toch dat deze stenen veranderen in brood. U bent toch belangrijk? Zorg dat u krijgt waar u recht op hebt.

Tussen de goddelijke bewegwijzering spijkert de duivel op dit kruispunt zijn eigen bordjes: uitweg: doe het zelf, doe het voor jezelf. En de echo’s klinken mee uit een ver verleden: je zult wijs worden als God, doe het, doe het voor jezelf. En ook uit een iets minder ver verleden: Had je maar vlees te eten. Je kunt geen manna meer zien. Protesteer, roep, dwing het af. En toen kwamen de kwartels, ontelbaar, en de stem klonk mee: neem, eet, gedenk, geloof in jezelf, het is je goed recht, je hebt het goed voor elkaar. En er kwam een massagraf, een schrokkersgraf bij Kibrot-Hattaäwa.


Maar Jezus zoekt op dit knooppunt in de woestijn precies de oude borden met goddelijk opschrift. Kijk maar, zegt Hij, er staat: Een mens moet niet van brood alleen leven; hij leeft ook van elk woord dat de Heer spreekt. Dat is de weg die de Heer van oudsher gewezen heeft. Het is de weg van het manna, van de verrassing, de weg van eerst het koninkrijk zoeken en dan zowaar de hele rest erbij krijgen, het is de weg van afhankelijkheid en vertrouwen, de weg van bidden en werken en niet de weg van werken en geen tijd meer hebben om te bidden. Het is ook de weg waar pas verderop, als je die ingegaan bent, engelen staan om te dienen. Het is de weg waarop het niet om brood gaat, maar om God, de weg waarop je erkent dat je geen recht hebt op leven en levensonderhoud, maar afhankelijk bent van God, de weg waarop God belangrijk is en niet jij.

Die weg slaat Jezus in en Hij leidt ons, Hij leidt zijn volk op díe weg. Dat betekende voor Hem nu honger, en straks lijden. Straks staat aan deze weg ook zijn kruis. En ook dan schreeuwt zijn lichaam, niet van honger, maar van pijn en van angst. Niet van brood alleen, maar van elk woord dat God spreekt. Het gaat niet om mij, het gaat niet om mijn rust, mijn bevrediging, mijn rijkdom, mijn eer, mijn recht, het gaat om God.


Het is deze weg die onze Heer ook ons wijst, en die wij ook vanavond willen gaan. Het gaat niet om brood alleen. Het leven is geen voedering aan een trog. Het gaat om een compleet leven met God. Heel bewust willen we ons aansluiten bij onze Heer, nederig en met oog voor onze zwakheid en gebreken, maar toch. Het gaat om een compleet leven met God. In dat kader gaan we ook voor ons levensonderhoud bidden. Niet omdat ons leven daar om draait. Wij leven niet voor ons werk, niet voor ons huis, niet voor onze status, niet voor de bevrediging van onze behoeften en instincten, niet voor de seks, niet voor het overgaan van onze pijn en ons verdriet, niet voor onze plannetjes, wensen en verlangens.

En we weten het: zovaak is daar ook bij ons de duivel op de kruispunten van ons leven. Het is biddag, maar het is ook de tijd dat we allemaal onze financiën weer in orde maken voor de belastingen, en dat we nadenken over onze planning voor het komende jaar. En nog steeds is er overvloed bij ons en klinkt die stem mee in ons leven: neem het ervan, eet het allemaal op, denk eraan dat je het zelf verdiend hebt, geloof in jezelf, je hebt er recht op, het draait om jou toch? En als het ons op de een of andere manier tegen zit is daar ook die stem: protesteer, wees boos op God, je hebt recht op een goed leven, zonde of niet, vloek of niet, koester je pijn, niemand neemt je je verdriet en je teleurstellingen af.


Jezus zet ons vanavond bij dat oude bord van God dat ons goddelijke richting wijst: niet alleen van brood moet een mens leven, maar ook van elk woord dat God spreekt. Hij is die weg gegaan. Laten we ook bidden dat wij Hem daarin volgen zullen. Dan zullen we ook zien hoe rijk dat woord is dat God spreekt. Nooit is iemand die op God zijn geloof bouwde beschaamd uitgekomen. Amen.


<<<