Matteüs 17:1-13

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Gezang 39,1.3-6
lezen Matteüs 4:8-11
Psalm 117
tekst Matteüs 17:1-13
Liedboek gezang 117,1-3
Gezang 4
Liedboek gezang 442

Loenen-Abcoude 24/02/02

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Kom es mee. Dan gaan we kijken waar het echt om gaat. Zo ging het in Matteüs 4 tussen de duivel en Jezus. Waar alles om draaide in de verzoekingen van de overste van de wereld was de wereld, alle koninkrijken op de wereld met al hun pracht. Daarmee legt de duivel al zijn kaarten op tafel. Wat wil Jezus? Is Hij net als Adam? Als God zijn, kennende goed en kwaad? Gaat het Jezus uiteindelijk ook om zichzelf? Bij de overste van de wereld kan Hij dan alle koninkrijken op de wereld krijgen, als Hij maar...

Kom es mee. Dan gaan we kijken waar het echt om gaat. Zo gaat het in Matteüs 17. Nu gaat Jezus zelf een hoge berg op. Nu is Hij het die drie van zijn leerlingen meeneemt. Met hen alleen tussen hemel en aarde laat Hij hen zien wat er in zijn leven echt aan de hand is. Hij is op weg naar Jeruzalem om er te lijden en te sterven. Dat is wat de wet en de profeten over Hem zeggen. Kom maar kijken, live, Mozes en Elia spreken met Hem. Jezus moet worden gedood en op de derde dag door God worden opgewekt. Dat is de wil van God zelf. Kom maar kijken, live, daar is die stem uit de wolk: Dit is mijn geliefde Zoon, de man naar mijn hart; luister naar Hem.

Het lijkt me goed om in deze lijdenstijd ons te laten meenemen met Petrus, Jakobus en Johannes, en mee te kijken naar waar het echt om gaat. Dat Jezus moest lijden wordt anders zomaar een eenvoudige waarheid voor ons, een waarheid die we leren, maar waar de verwondering in mist. Jezus moest lijden en sterven ja, om voor onze zonden te betalen. Jezus moest, want het stond nu eenmaal in de bijbel. Jezus moest, want zo is het nu eenmaal gegaan. Bij Jezus hoort een kruis, al tweeduizend jaar.


Maar kom es mee, mee naar die hoge berg. En wees maar open, gevoelig, herinner je al die andere bergen, al die andere mensen die zo’n berg beklommen, en kijk dan wat hier gebeurt. Vergeet ook de laatste gedachte die lijkt op: ja dat is logisch, dit moest zo zijn. Herinner je die eerdere keer, toen de satan zelf Jezus meenam, die berg op. Dat was geen spel, ook geen spel van Jezus. Het had allemaal heel anders kunnen gaan. Jezus is echt verzocht. Maar Hij heeft dan ook echt gekozen voor het goede, voor God, voor liefde en tegen haat. Verkijk je niet op Jezus, en ook niet op God zelf. God is niet maar goed omdat Hij dat nu eenmaal is. Hij is liefde omdat Hij steeds weer kiest om lief te hebben. In plaats van al die koninkrijken op aarde kiest Jezus in Matteüs 4 de weg van lijden, zoals over Hem geschreven was, zoals het plan was van eeuwigheid.

Herinner je die andere keer, toen Abraham Isaak meenam, een hoge berg op, onderweg om hem te offeren. Denk aan de stem toen: doe de jongen niets, je zoon, de geliefde. Zie die ram daar opduiken, als teken, levend en warm, dat God zelf in het ware offer voorzien zal. En hoor dan hier weer die stem: Dit is mijn geliefde Zoon, de man naar mijn hart, luister naar Hem. Denk aan Abraham, denk aan God. Vergeet alle redeneringen en laat tot je doordringen dat God je zo lief heeft dat Hij zijn enige Zoon geeft om jou het leven te geven door Hem.

Herinner je die weer andere keer, toen Mozes de berg op ging, God tegemoet. Nog tijden lang straalde zijn gezicht van de ontmoeting met God zelf. Van wat Mozes daar zag en hoorde moest op aarde een afbeelding worden gemaakt: de tabernakel, de offers, de wetten. En zie Mozes dan hier weer verschijnen. Hij spreekt met Jezus: ja Heer, ik weet het intussen, dat ging uiteindelijk allemaal over U. U bent de werkelijkheid van de hemel op aarde.

Herinner je die nog andere keer, toen Elia eindelijk de berg Horeb bereikt had. Moe en gefrustreerd zocht hij zijn God, en vond Hem in de stilte. Waarom is er geen profeet of zijn woorden worden afgewezen? Waarom willen mensen persé niet luisteren naar God? Elia, de man die wel toegejuicht maar niet geloofd werd. Kijk, hij spreekt met Jezus. Ze hebben elkaar veel te vertellen.

En herinner je dan die nog weer andere, latere keer, straks in Matteüs: de elf leerlingen gaan naar de berg waar Jezus hen ontboden heeft. Weer komt Jezus naar hen toe: sta op, wees niet bang, Mij is alle macht gegeven, ga, vertel, onderwijs, doop, gedenk en geloof. Met al die herinneringen, kom es mee, kom es kijken, kijk wat er echt aan de hand is, waar het om gaat in Jezus’ leven en lijden en opstanding. Kijk goed, God zelf, in eeuwigheid geprezen. Zie Hem tot in de dood als mens gehoorzaam wezen, in onze plaats...


Kijk goed. Dit is geen begrijpelijkheid. Dit is niet iets waar je wel aan wennen kunt. Al dat gepraat van ons, al die woorden die net doen alsof we weten en begrijpen, het is eenzelfde soort onzin-praat als dat van Petrus hier. Ach, hij zegt maar wat, overweldigd door wat hij meemaakt. Maar iets wil hij toch doen, ergens wil hij toch mee helpen. Beste kerel. Maar hij moet hier niet praten, hij moet kijken, hij moet luisteren. God zelf valt hem in de rede: Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem. Gods eigen shocktherapie voor eigenwijze leerlingen. Er zouden nog meer sessies van die therapie moeten volgen voor het werkelijk tot hen doordrong.

Wij kijken mee. Jezus neemt deze drie leerlingen mee. Zij moeten dit meemaken voor de hele kerk. Ze moeten goed kijken en luisteren voor ons allen. Jezus’ lijden is geen ongeluk, Jezus’ levensgang is geen toevalligheid. En het is al evenmin een logische noodzakelijkheid of vanzelfsprekendheid. Er zit dit leven achter dat we hier even zien. Het leven van God en zijn profeten, het leven van God en van wie namens God gesproken hebben. Er is geen spoorboekje getekend in het Oude Testament waarin alle stations van Jezus’ leven beschreven worden. De boeken van het oude verbond leven en ze spreken zoals Mozes en Elia hier met Jezus. Wie dat in formules pakken wil staat te schutteren als Petrus. Je moet kijken, luisteren, luisteren bovenal naar deze Jezus, de man naar Gods hart.


Dan kan wat je hier ziet ook echt je hart en leven bereiken. Daar gaat het tenslotte om, dat wij Jezus zo liefhebben als Hij zich hier toont: de Zoon, God zelf, die toch gaat lijden voor ons. Van die liefde komt bij de leerlingen niets terecht zolang ze Hem niet accepteren als wie Hij is, als de lijdende Heiland. Als ze weer van de berg afdalen drukt Jezus hen op het hart: Vertel niemand wat je gezien hebt vóórdat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt. Pas als ze Jezus in heel zijn lijden en opstanding hebben leren kennen en liefhebben kunnen ze het evangelie doorgeven, ook dit evangelie. Ze zullen pas goed over Jezus’ heerlijkheid kunnen spreken als ze geleerd hebben zijn lijden te aanvaarden en lief te hebben. Zover is het nog lang niet. Ze zijn eerder nog in verwarring. Jezus’ lijden combineert niet met wat ze verder allemaal geloven over de Messias. Opstanding? Maar eerst moet toch Elia komen? En komt hij dan niet in macht? Tot het vrijwel einde van Matteüs toe blijft de twijfel. Als ze weer op zo’n berg staan zijn er nog die twijfelen (Matteüs 28).

Het lijkt me dat wij precies omgekeerd ervoor staan als de leerlingen hier. Voor hen was het onbegrijpelijk dat Jezus zou lijden, voor ons is vaak niets begrijpelijker. Wij missen vaak de antenne voor het wonder, voor de diepte, voor het onbegrijpelijke van Jezus’ lijden voor ons. Misschien geldt voor ons dan ook wel het omgekeerde van wat Jezus hier Petrus, Jakobus en Johannes zegt: vertel niemand dat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt vóór je gezien hebt wat hier te zien is. Kijk goed naar Jezus hier, stralend als de zon in het licht van de eeuwigheid. En combineer dat eens met Golgota, met een wrak van een mens aan een kruis. Combineer dat eens met door God en mensen uitgeworpen worden. Zoals ze met Johannes de Doper gedaan hebben wat ze wilden, zo zal ook de Mensenzoon moeten lijden: deze Mensenzoon die Gods Zoon is, de man naar zijn hart. Houd die spanning eens een tijdje vol, proef iets van de liefde die er in blijkt.

Dit is Jezus: goed en heerlijk en stralend, lichtend van liefde en vrede. Hij liet zich slopen voor ons en voor ons kwaad. Ons grote kapotmaken wilde Hij op zich nemen en eraan kapot gaan. Ons grandioze mislukken neemt Hij vrijwillig van ons over. Zijn levende omgang met God en zijn getuigen geeft Hij op om eenzaam zijn verlatenheid uit te schreeuwen aan dat kruis. Kijk goed hier en kijk dan nog eens naar dat kruis.


Niemand die hier Jezus werkelijk gezien heeft lukt het nog om gemakkelijk te zeggen: Heer, vergeef me mijn zonden om Jezus’ wil, en dan door te gaan met het kwaad. Niemand die hier Jezus gezien heeft en dan aan het kruis, kan met Hem omgaan als was Hij de vuilnisman die de troep uit ons leven opruimt. Niemand die hier echt gekeken heeft lukt het nog om gemakkelijke praat over Jezus over de lippen te krijgen. Kom es mee, kijk es goed, hier zie je waar het om gaat. Kijk naar Jezus: goed en heerlijk en stralend, en kijk dan nog eens naar Jezus: vervloekt en gesloopt en verlaten.

Dit is mijn geliefde Zoon, de man naar mijn hart; luister naar Hem. Nee, wij hoeven niet meer in elkaar te zakken van schrik bij het horen van die stem. Sta op, wees niet bang. En we horen de echo’s van die woorden uit heel het evangelie, ook na Pasen: wees niet bang, vrede, sta op, ga, Mij is gegeven alle macht, vertel, onderwijs, doop, geef door. Ja, wees niet bang. Maar laten we dat nooit verwarren met een ’wees niet onder de indruk’. Wie hier niet onder de indruk is, laat die eerst es komen, en kijken wat hier gebeurt. Dan pas kun je überhaupt iets vertellen van dat de Mensenzoon is opgewekt, van dat er vergeving is, en nieuw leven. Dan is het duidelijk dat het gaat om een onuitsprekelijk wonder. Wie houdt zo van ons als deze Jezus? God zelf, in eeuwigheid geprezen, tot in de dood als mens gehoorzaam, in onze plaats. Laten we het proeven in deze lijdenstijd. Kom maar mee, hier die berg op. Kijk waar het echt om gaat. En wen niet aan Jezus. Hij is niet iemand om aan te wennen. Hij is iemand om te aanbidden. Amen.


<<<