Loenen-Abcoude 06/10/02
dienst in het kader van een themaweek van de basisschool De Wegwijzer, Hilversum
Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,
Zo, dat was een indrukwekkende wijnkelder, die Jezus aan dit onbekende bruidspaar schonk. In onze maten tegen de duizend volle flessen goede wijn. - Jezus en wijn, Jezus en niet een klein beetje, maar ontzettend veel wijn, Jezus en feest, Jezus en uitbundigheid, ze horen in dit verhaal bij elkaar. En dat is niet maar toevallig, nee, Johannes zegt erbij dat Jezus met dit geschenk zijn tekenen begon en zijn heerlijkheid geopenbaard heeft. Dit zegt iets over Jezus, over wie Hij is, over waar het bij Hem om gaat. Jezus is iemand die je blij wil maken. Bij Jezus horen blije mensen. De boodschap over Jezus is een blijde boodschap. Kom je mee naar Jezus? heeft altijd iets van: Kom jij ook op het feest?
Jezus is iemand die je blij wil maken. Dat weten de kinderen die op De Wegwijzer in Hilversum zitten al. De hele week ging het over Kom jij ook op het feest? Nou de andere mensen in de kerk nog. Dat zal wel wat lastiger worden. Want jullie, jongens en meisjes, jullie hadden een hele week. En die andere mensen hier, die hebben maar één kerkdienst. En jullie krijgen les van gezellige meesters en juffen, maar die andere mensen hier moeten het met een dominee doen. Dat is wel vervelend natuurlijk. Daarom: meisjes, jongens, willen jullie wat helpen? Al die andere mensen hier, die niet bij jullie op school zitten, die zijn straks, en volgende week en zo, deze dienst vast al weer aan het vergeten. En dan zijn ze weer chagrijnig, of heel ernstig of zo. Willen jullie ze dan even helpen herinneren? Jullie weten het natuurlijk allemaal nog. Een hele week, dat vergeet je zomaar niet. Help ze maar herinneren, die vaders en moeders, en al die anderen hier, als ze weer eens lopen te zeuren of te chagrijnen: Jezus is iemand die je blij wil maken. Bij Jezus horen blije mensen. Goed onthouden? Oké, dan ga ik nog even preken en dan gaan we weer lekker zingen.
Jezus is iemand die je blij wil maken. Dat is, denk ik, het belangrijkste dat Johannes ons met dit verhaal zeggen wil: Jezus is iemand die je blij wil maken, bij Jezus hoort dat je blij bent. Meteen het eerste teken dat Hij doet, laat zijn heerlijkheid zien. En, dat is voor Johannes niet maar alleen Jezus heerlijkheid, maar tegelijk ook de heerlijkheid van God. Johannes heeft die heerlijkheid van de Here Jezus gezien, en het was een heerlijkheid als van de enige Zoon van God de Vader, vol van genade en waarheid. Johannes denkt bij Gods heerlijkheid eraan hoe mooi, hoe prachtig God is, hoe vol van goede gaven. Gods heerlijkheid is: dat Hij overvloeit van goedheid en gaven, dat Hij je blij wil maken. Dat God zo is, is dé grote reden om blij te zijn met Hem. Dat wil ik dan ook graag dat u meeneemt naar huis van deze preek: Jezus is iemand die je blij wil maken, want Hij geeft vreugde en overvloed.
Het is intussen een eindeloos bekend verhaal, dat van die bruiloft in Kana. Er was een bruiloft, een man en een vrouw gingen samen trouwen. Dat was groot feest. Maria was op dat feest, de moeder van de Here Jezus. En de Here Jezus zelf was er ook, met zijn discipelen. Maar toen gebeurde er iets vervelends: de wijn raakte op. De knechten die de wijn rondbrachten keken steeds minder blij. Ze zagen in de keuken dat ze haast geen wijn meer hadden om in te schenken. Maria kreeg het in de gaten, en vertelde het aan de Here Jezus: kun jij daar niets aan doen? De Here Jezus zei geen ja en geen nee, maar ging even later wel naar achteren. Daar stonden zes hele grote kruiken, stenen bakken, waar water in hoorde om allerlei dingen af te wassen. Wel tachtig of honderdtwintig liter water ging er in (denk maar: honderd pakken melk, heel zon rek bij de supermarkt, en dat zes keer, dat is heel veel). En de Here Jezus zei tegen de knechten: doe die kruiken maar vol met water. Dat deden ze. En toen zei Hij: schep er maar wat uit, en breng het naar de man die de leiding heeft over het feest. Dat deden ze. De man proefde ervan, en... het was wijn geworden, heel lekkere wijn. Gelukkig, iedereen was weer blij. Het feest kon doorgaan, extra lang doorgaan zelfs, zoveel wijn was er nu.
Bekend of niet, het is tegelijk een typisch Johannes-verhaal: helemaal samengebald in tien verzen. Wie die mensen allemaal waren wordt niet verteld. Alleen Jezus heeft een naam. Waarom mensen iets doen wordt niet verteld, alleen een paar dingen die er gebeuren. Wat de achtergronden zijn blijft ook open, waarom Maria hier was, waarom Jezus en zijn leerlingen, we weten het niet. Bovendien is ook dit zon Johannes-verhaal met allemaal dubbele bodems. Het water dat wijn wordt komt uit watervaten die daar niet toevallig staan, ze horen bij de joodse ernst: reinigingsgebruiken. Van ernst maakt Jezus blijdschap. De bruidegom van het feest wordt geroepen, hij krijgt te horen: jij hebt de goede wijn tot dit moment bewaard. Maar wie is die bruidegom uiteindelijk hier? Gaat dit niet eigenlijk over Jezus?
Dat in ieder geval. Het gaat hier over Jezus. Hij is de enige met een naam. Het is dus bij voorbaat niet het verhaal van die bruiloft die bijna mislukte en toen gelukkig nog net gered werd. Ook Maria krijgt geen naam, zij is zijn moeder. En dan nog: Jezus is hier niet als de zoon van Maria, maar als de Zoon van God, als het Woord: vrouw, noemt Hij haar. Het is dus ook geen verhaal over Maria, over de goede werken van de moeder van alle genade, die nog steeds de rol vervult van het aangeven van goede doelen voor haar Zoon.
Het is zelfs niet eens zozeer een verhaal over een wonder. Het wonder blijft in het verhaal het geheim van de bedienden. Het gaat er niet om hoe Jezus voor wijn zorgt, het gaat er om dát Hij het doet, en meer nog, dat Hij het doet. Dát Hij het doet was Marias vraag. Dat Hij het doet was Jezus reactie: is dat mijn zaak of uw zaak? Alles draait hier om Jezus, om wie Hij is. Wat hier allemaal gebeurt laat zien wie Hij is: iemand die mensen blij maakt.
En dan moeten we goed opletten: het gaat om wie Jezus is, om wat Hij doet, en niet om wie Jezus zal zijn of ooit nog zal doen. Dat laatste is hoogstens een dubbele bodem van het verhaal. Als Jezus eens zelf zijn bruiloft zal vieren, dan zal de leider van het feest ook kunnen zeggen: U hebt de goede wijn tot op dit moment bewaard. Maar er staat wel: tot op dit moment, en niet voor het laatst. Er staat niet: u hebt het beste voor het laatst bewaard, er staat: u hebt het beste voor dit moment bewaard. En dit moment is het moment van Jezus, dat Hij optreedt, zijn heerlijkheid toont, laat zien wie Hij is.
Dat maakt toch uiteindelijk veel uit. De Here Jezus is niet maar iemand die mensen eens blij zal maken - dat ook, eens volmaakt - maar hier is Hij iemand die mensen blij maakt, op dit moment. Laten ook wij daar maar op letten. Zo makkelijk vergeten we dat en zijn we hier toch chagrijnig en lopen we over van alles en nog wat te zeuren. Zo makkelijk letten we niet meer op Jezus maar letten we vooral op wat ons allemaal tegenzit. Maar Jezus stapt in dit verhaal ook op ons toe met zijn boodschap: Ik wil jou nù blij maken, en niet pas na de jongste dag, of zo.
Dat nu, dat dit moment is intussen in het verhaal nog het moment van een joodse bruiloft. En dat brengt nog een extra contrast aan. De aandacht wordt gevraagd voor die zes stenen watervaten die daar waren neergezet om aan de reinigingsvoorschriften van de wet te kunnen voldoen. Zomaar zevenhonderd liter water was er kennelijk nodig om aan al die voorschriften te kunnen voldoen. Afspoelen van handen en eetgerei, voorgeschreven reinigingsbaden rond het huwelijk, noem maar op. De inhoud van die vaten (80 tot 120 liter) wordt er met nadruk bij vermeld. Dit was geen bruiloft van joden op grote wielen. Met de reinigingsvoorschriften van wet en traditie werd kennelijk grote ernst gemaakt. De ernstige kant van het leven daar was aan gedacht bij de voorbereidingen. Bij de vreugdevolle kant van het feest - de wijn - dáár was de taxatiefout gemaakt: de wijn was vrijwel op.
En nu gaat de Here Jezus, helemaal zelfstandig, als zijn moment gekomen is, juist die watervaten van ernst opeisen voor zijn geven van vreugde. En het is meteen of Hij zegt: dat is allemaal niet meer nodig, nu, als mijn moment gekomen is, nu maak Ik jullie allemaal schoon. Vier feest als schone, als reine mensen. In Jezus buurt horen geen mislukte feesten, feesten die als een nachtkaars uitgaan, maar in zijn buurt hoort een feest dat nooit meer ophoudt van overvloed en vreugde. Als alles, alles is volbracht, ook de reiniging, ook de vergeving, ook de vernieuwing, als er alleen nog wordt uitgedeeld, is er alle reden om eenvoudig blij te zijn. Jezus wil je blij maken.
Laten ook wij dat maar bedenken. Bij Jezus past het niet meer dat we vooral ernstige mensen zijn, die gebukt gaan onder zevenhonderd-liter-voorschriften en regelingen van ernst en zorgvuldigheid. Hij heeft alles al geregeld en verandert al dat water voor ons in wijn: Hij wil dat we blij zijn met Hem. En in zijn buurt horen ook geen afgepaste hoeveelheden, geen maatbekertjes omdat het anders zomaar op is, maar in zijn buurt hoort overvloed, want Hij is de Zoon van God, van de God die niet op duizend liter meer of minder kijkt. Zo staat Hij hier voor ons in zijn pracht, niet maar als de zoon van Maria, maar als de enige Zoon van de Vader: en Hij zegt ook ons: bij Mij hoort, dat er overvloed is, en vreugde - dat is mijn heerlijkheid.
Bij Jezus hoort dat je blij bent. Jezus is iemand die je blij wil maken. Nu al en eens volmaakt. Ja, misschien begrijpen kinderen dat wel beter dan volwassenen. Kinderfeestjes zijn ook vaak veel feestelijker dan grote-mensen-feesten. Hoe ouder je wordt, des te meer smoesjes verzamel je om toch niet helemaal blij meer te kunnen zijn. En als je er aan toegeeft, ben je zomaar weer chagrijnig of loop je weer te zeuren. Daarom kom ik aan het eind nog maar even op het begin terug. Meisjes en jongens, jullie mogen de komende tijd deze preek afmaken en ons allemaal helpen herinneren. Als we weer eens rondlopen met van die vervelende dingen of gewoon een baaldag hebben en Jezus aan het vergeten zijn, herinner er maar even aan: weet u het nog? Jezus is iemand die je blij wil maken. Nu al. Als jullie dan zelf vervelend doen of ruzie maken, zullen wij jullie helpen herinneren. Oké? Goed. Amen.