Romeinen 8:34

Orde van dienst (Kampen morgendienst)
Gezang 24,1-3
Nederlandse Geloofsbelijdenis art. 26
Gezang 24,4-5
lezen Romeinen 8:31-39
Psalm 20,1-3
tekst Romeinen 8:34
Psalm 138,1.4
Liedboek gezang 234

Orde van dienst (Kampen morgendienst)
Psalm 138,1.4
Psalm 149,1
lezen Romeinen 8:31-39
Liedboek gezang 90,1-3
lezen Nederlandse Geloofsbelijdenis, art 26
Liedboek gezang 90,4-5
tekst Romeinen 8:34
Liedboek gezang 90,9-11
Liedboek gezang 234

Loenen-Abcoude 01/06/00
Amsterdam-C 17/09/00
Driebergen 07/10/01

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Dat artikel 26 vind ik steeds weer een van de mooiste artikelen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Wij hebben toegang tot God zelf in Jezus Christus, de rechtvaardige. En niemand heeft ons meer lief dan Hij. Kijk maar, Hij heeft zijn leven voor ons gegeven, zelfs toen wij zijn vijanden waren. Als je onzeker bent over jezelf, besef maar dat God heel goed wist dat wij zondaars waren toen Hij Christus aan ons gaf. Wat hebben wij nog meer nodig? Wie zouden wij anders zoeken? Wie is machtiger? Wie verdient meer vertrouwen, dan juist Jezus Christus, onze Heer?

Bij al dat moois komt dan wat mij betreft ook nog de brede blik van dit artikel. Breder dan wij zomaar hebben. Want als het gaat om de Here Jezus als onze voorspraak, als iemand die voor ons spreekt, voor ons pleit, dan denken wij vaak niet aan meer dan aan de vergeving van onze zonden. Als wij God om vergeving vragen om Jezus’ wil, dan gaan we er van uit dat de Here Jezus als het ware tegen zijn Vader zegt: geef hun die vergeving maar, kijk maar, Ik heb voor hen voldaan, mijn leven is goed voor het hunne. En dat is een goede en mooie manier van tegen de dingen aankijken, ze komt ook uit de bijbel: denk maar aan 1Johannes: als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige. Maar het zou jammer zijn als dat alles was, waar wij aan denken bij het pleiten, het voor ons spreken van de Here Jezus.

Dit artikel brengt de Here Jezus als onze voorspraak met veel meer in verband, eigenlijk met heel ons leven en heel onze omgang met God, met al ons bidden, met onze toegang tot God als complete mensen. Jezus pleit voor ons niet alleen in verband met onze zonden, maar in verband met heel ons leven. En daarmee zijn we eigenlijk ook direct vlakbij Romeinen 8. Want ook daar gaat het om veel meer dan zonde en schuld, meer dan vrijspraak of veroordeling. Het gaat ook over alle dingen die wij ontvangen van de God die zelfs zijn eigen Zoon voor ons niet gespaard heeft.


Juist op hemelvaartsdag is het goed om daar even bij stil te staan en over door te denken, lijkt me. Want hemelvaart is maar niet het moment dat de Here Jezus naar zijn Vader gaat, in de hemel op zich. En het is ook maar niet het moment dat de Here Jezus zijn bloed offert in het hemels heiligdom, want dat had Hij al eerder gedaan. Hemelvaart is het moment dat Jezus plaats neemt op de troon, in het centrum van de macht, het grote controlecentrum van de werkelijkheid. Zittende aan de rechterhand van God is Jezus nu voortaan de uitvoerende macht in de werkelijkheid.

Dat betekent dat niet maar onze gebeden om vergeving, maar al ons bidden, ook om leiding, om energie, om vervulling van verlangens en idealen, om, nou ja, noem maar op, de Here Jezus passeren. Dat betekent dat, omgekeerd, niet maar de vergeving van zonden, maar heel ons leven, alles wat ons overkomt, wat we meemaken, te doen hebben, nou ja, noem maar op, de Here Jezus door de handen gegaan is. Dat Jezus voor ons pleit gaat dan ook betekenen dat Hij zich met heel ons leven, met heel onze omgang met God intensief bemoeit. Betekenen dat ons léven, in heel zijn breedte, onderwerp van bespreking is in de hemel tussen Vader en Zoon.


Natuurlijk is dat even goed een beeld als het spreken over de Here Jezus als advocaat voor onze zonden een beeld is. Maar beelden zijn heel belangrijk. Ze zorgen dat de waarheid voor ons kan gaan leven, dat we ons iets voor kunnen stellen. En juist als het om héél ons leven gaat is dat niet onbelangrijk. Het houdt God en ons bij elkaar.

Dat is ook weer waar het artikel 26 om gaat: door Christus hebben wij met ons leven toegang tot God. En die toegang moeten we ook gebruiken. Anders vervreemden we van God. En een van de eerste verschijnselen van die vervreemding is, dat we ons dagelijks leven niet meer met Hem in verband kunnen brengen. Kijk, dat Christus de rechtvaardige onze voorspraak voor zonden is, dat vergeten we niet zo snel. Maar dat diezelfde Christus ook onze voorspraak is als het om een nieuwe baan of een repetitie of een plan voor een nieuw product gaat, dat is andere koek. En dan heb ik het nog niet over dat Hij ook onze voorspraak is als het om ellende, kwaad, ziekte en dood gaat. Als achter dat dagelijks leven van ons de Here Jezus voor ons besef niet meer functioneert, overkomen ons de dingen alleen nog maar, net als bij iedereen, toevallig, als een lot. En God is ver en Jezus is nergens te bekennen.

Dat zou jammer zijn, want hemelvaart bepaalt ons juist erbij dat de Here Jezus zelf zich met ons hoogsteigen leven bemoeien wil, dat Hij ons nabij is. Er is in de hemel zelf overleg over ons. Wat zullen we doen: gaat zij die baan krijgen? Gaat die repetitie hard aankomen, of juist goed lukken? Wordt de lancering van dit product een groot succes of zal het een zwarte bladzij in je staat van dienst worden. En daarbij spreekt de Here Jezus voor ons. Nee, dat betekent niet dat Hij er altijd voor pleiten zou dat wij succes hebben. Want dat is helemaal niet goed voor mensen. Nee, Hij spreekt voor ons, dat wij krijgen wat echt goed voor ons is.


Als je hier heel bewust de Here Jezus bij intekent, je bij voorstelt, dat helpt enorm om je leven als christen te leiden. Want wie houdt er nu meer van ons dan Hij, die zijn leven voor ons gegeven heeft? Dan kom je niet zo snel meer op de gedachte dat God ons iets gegeven heeft dat slecht voor ons is. En als je beseft dat jij ook de energie voor je school en voor je werk uit handen van diezelfde Jezus krijgt die zich eerst voor ons helemaal ingezet heeft tot in de overgave aan het kruis toe, dan is het veel makkelijker om je gaven ook voor Hem in te zetten. Op het geld dat op onze rekening staat staan ook zijn vingerafdrukken en in het chassis van onze auto staat ook een hemels serienummer. Er is nagedacht over ons leven, er is overleg over geweest, en juist de Here Jezus heeft voor ons gesproken.

Zeker ook als het om die heel moeilijke dingen gaat waar Paulus het hier in Romeinen 8 ook over heeft: verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, het zwaard. Vul maar aan: ziekte, rouw, depressie, eenzaamheid, pijn, en dergelijke. Dat soort dingen overkomen ons niet zomaar. Daar is over nagedacht. Daar is overleg over geweest. En de Here Jezus heeft voor ons gesproken. Juist daarom kan Paulus daar zo vol vertrouwen over spreken: niets kan ons scheiden van Gods liefde in Christus Jezus.


Zo tegen de dingen aankijken helpt je aan een andere, een goede kijk op wat er in je leven gebeurt. Bij dit soort moeilijke dingen zeggen we vaak dat God ons beproeft (en dat de duivel ons verzoekt). En bij beproeving denken we dan zomaar dat God ons testen wil of we wel werkelijk van Hem houden. Als je niet uitkijkt ga je er dan zomaar van uit dat God ons eigenlijk niet vertrouwt. Hij is niet zeker van ons en stelt ons daarom op de proef. Maar zo wordt daar in de bijbel helemaal niet over gesproken. Het duidelijkste is hier wel het boek Job. God vertrouwt Job zo, dat Hij zelfs durft wedden met Satan dat Job Hem niet los zal laten. Neem dat maar algemener: als ons zware dingen overkomen betekent dat, dat God er op rekent dat wij dat aan zullen kunnen. Hij vertrouwt ons dat toe om mee om te leren gaan en om Hem niet los te laten, maar juist dichter naar Hem toe te groeien. En dat gebeurt niet zomaar. Daar is overleg over geweest. En de Here Jezus, die ons beter kent dan wie dan ook, en die heel goed weet wat mensenleven is, Hij heeft voor ons gesproken. En uit dát overleg is gekomen dat de levende God ons dit of dat in ons leven toevertrouwt.


Wordt het daar makkelijk van? Welnee. Maar we kunnen zo wel iets meer proeven en begrijpen van waarom Paulus zo, zeg maar: optimistisch is. Kennelijk gaat de Here Jezus zelf er van uit dat wij dit of dat in ons leven aan zullen kunnen. En niemand houdt meer van ons dan Hij. Kijk maar naar zijn liefde met de daad in zijn overgave voor ons. Nou, dan zal het wellicht nog heel zwaar zijn, en de pijn zal niet over gaan, en die doorn in ons vlees gaat niet weg, en het verdriet blijft zeuren, en de angst in het donker houdt ons nog vast, maar dat neemt allemaal niet weg dat Hij er kennelijk van uit gaat dat wij dat aan kunnen. Hij vertrouwt ons. Ga er dan ook maar van uit dat zijn genade ons genoeg is, en dat wij het inderdaad redden zullen, in vertrouwen op Hem.


Goed, dat is het eigenlijk wat ik u vanmorgen even mee wilde geven. Denk er verder vandaag maar eens over na. Dat Jezus naar de hemel gegaan is en daar aan de rechterhand van God zit, en daar voor ons pleit, dat raakt heel ons leven. Wat er gebeurt, wat wij te doen krijgen, meemaken, te beleven krijgen, daar is over nagedacht, daar is overleg over geweest, dat is door Jezus’ handen gegaan. Hij heeft voor ons gesproken en toen pas is de beslissing genomen. In alles, tot in detail. Zijn paraaf staat op heel ons leven: getekend voor gezien, Jezus Christus, Koning der koningen, Heer der heren. En niemand heeft ons meer lief dan Hij. Kijk maar, zijn handtekening is Gods handtekening, en God tekent al zijn stukken met een kruis. Wie hebben wij dan nog meer nodig? Bij wie zouden we het beter hebben? Amen.


<<<