Galaten 5:13

Orde van dienst (Kampen morgendienst)
Liedboek gezang 169,1
Liedboek gezang 169,2-4
lezen Galaten 5
Liedboek gezang 169,5.6
tekst Galaten 5:13
Psalm 105,20.21
Psalm 33,5-8

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Liedboek gezang 169,1
lezen Galaten 5
Liedboek gezang 169,5.6
tekst Galaten 5:13
Gezang 4
Psalm 33,5-8

Loenen-Abcoude 05/05/02
Hilversum 05/05/02

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Bevrijdingsdag vandaag. We vieren de vrijheid die we hier in Nederland hebben. En het thema dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei ons daarbij aanreikt is het thema Vrijheid luistert nauw. Dat is een mooi thema, waar ik gisteravond in de Hervormde kerk al wat van mocht zeggen voor de dorpsgemeenschap. Vanmorgen ga ik er nog wat op door in de kerk.

Ik doe dat eens te meer omdat ik ervan overtuigd ben dat we als christenen dit soort dagen en gelegenheden niet voorbij mogen laten gaan. Integendeel, het zijn dagen en gelegenheden waarbij we mogen uitkomen voor ons geloof dat mensen de uiteindelijke, de echte vrijheid alleen bij God vinden. Om ons echt vrij te maken heeft Christus ons vrij gemaakt. Daar moeten we juist als christenen goed op letten.

Ergens eerder in deze brief aan de Galaten maakt Paulus een merkwaardige opmerking. Hij zegt in 2:4 dat er in Jeruzalem valse broeders binnengeslopen waren, om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespieden. Ze hadden daar geen goede bedoelingen mee, ze vonden die vrijheid van de wet maar niets. Maar daar gaat het nu even niet om. Wat er opvallend is aan deze opmerking is dat christenen voor Paulus een intrigerende vrijheid in Christus Jezus hebben, die opvalt, die zelfs mensen aanzet maar eens te gaan kijken hoe dat zit met die christenen.

Als je nu eens om je heen kijkt in Nederland, zouden er dan mensen zijn die het de moeite waard vinden om te komen kijken hoe die christenen dat doen, die ons zouden bespieden hoe dat gaat met die vrijheid van die christenen? Ik ben bang dat de meeste mensen als het om vrijheid gaat overal rondkijken behalve in de kerk, behalve onder christenen. Tenslotte weet iedereen dat christenen helemaal niet vrij zijn. Ze moeten van alles en mogen niets, in ieder geval niets wat leuk is. Oké, dat is een karikatuur en niet waar. Maar waarom blijft die karikatuur steeds maar in leven? Hebben we toch iets fout gedaan, zou ik zeggen. De moeite waard om eens over na te denken.


Vrijheid luistert nauw. Vrijheid en luisteren, goed luisteren, dat heeft met elkaar te maken. Dat reikt ons Nationaal Comité ons aan voor gisteren en vandaag. Ze bedoelen vooral aandacht te vragen voor vrijheid van meningsuiting en voor het elkaar serieus nemen. Je kunt alleen samen vrij zijn als je goed naar elkaar luistert. Dat zal zo zijn, maar het lijkt me in de kerk wat te weinig. Vrijheid en luisteren heeft in de kerk allereerst met elkaar te maken omdat we geroepen zijn om vrij te zijn. Geroepen op een bijzondere manier, een extra manier.

Extra, want als je goed nadenkt wordt ieder mens op een bepaalde manier geroepen om vrij te zijn. Vrijheid, ruimte om te leven, om vrij van dwang je keuzes te maken, krijg je altijd van elkaar, van de mensen om je heen. Vrijheid is niet maar een vanzelfsprekendheid, een gegeven, een recht, een vaagheid die als ideaal toch altijd wat boven de aarde zweeft. Het is juist een heel concreet geschenk dat we elkaar geven. Wie gepest wordt, uitgescholden of in de hoek geduwd is niet vrij. Dat gebeurt niet door mensen aan de andere kant van de wereld, maar door mensen vlakbij, naasten. We geven vrijheid als een cadeau aan elkaar. En met dat geschenk doen we ook een appèl op elkaar: waar heb je die vrijheid eigenlijk vóór? Vrijheid heeft altijd een doel, vraagt iets van je. Je bent iets verschuldigd aan je medemensen met wie je als mens verbonden bent. Doe op jouw beurt iets goeds voor die ander, in vrijheid, zonder dat iemand je daartoe dwingt, zonder dat er regels of wetten zijn die zeggen: dat moet je doen.

Juist dat geldt in de kerk op een extra manier. We worden geroepen door Christus, Christus die ons bevrijd heeft van alle vormen van slavernij, om ons helemaal en echt vrij te maken. Die vrijheid is ook ergens vóór, doet een appèl op je, het appèl dat Paulus hier verwoordt in dat ’dient elkaar door de liefde’. Doe iets goeds voor elkaar, ook dat wat niet van je gevraagd wordt, gedreven door liefde. De vrijheid waartoe Christus ons roept is bedoeld voor liefde, vreugde en vrede, geduld, goedheid en vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing, kortom voor een goed en mooi leven. En net zo goed gaat het dan niet om een vaagheid die als ideaal toch altijd wat boven de aarde zweeft: de vrijheid die jij hebt is bedoeld om door te geven vlakbij. Je kunt alleen houden van wie dichtbij is, vreugde en vrede werken alleen als je de mensen om je heen er in laat delen, goed ben je voor iemand, vertrouwen stel je in iemand, zachtmoedigheid en zelfbeheersing heb je niet nodig voor verre naasten: pas als naasten dichtbij komen kunnen ze irritant worden. Vrijheid begint niet op wereldniveau, vrijheid begint in je eigen woonkamer.

En die vrijheid heeft echt alles met luisteren te maken, met luisteren naar elkaar, en allereerst naar Christus die ons roept. Want Hij roept ons precies met deze zelfde dingen. Hij roept ons met liefde: Hij geeft zichzelf voor ons. Hij roept ons met vreugde en vrede: Hij verzoent ons leven, bevrijdt ons van ons verleden, stelt ons in vrolijke ruimte, ruimte van vrolijke barmhartigheid. Hij roept ons met geduld: Hij spreekt ons telkens weer toe: ook Ik veroordeel u niet, ga heen, zondig niet weer. Hij roept ons met goedheid: Hij geeft ons vrijuit en ruimhartig onze eigen levensmogelijkheden. Hij roept ons met vertrouwen: Hij vertrouwt ons concreet ons eigen kleine leven toe, onze keuzes, onze beslissingen. Hij roept ons met zachtmoedigheid en zelfbeheersing: hoe irritant we ook zijn, deze Koopman in oud roest zal ons vinden en verzamelen en een plek geven. Hij roept ons met een ’alles, alles is volbracht’: heel het goede en mooie leven dat wij geleid zouden moeten hebben geeft Hij ons, deelt Hij ons uit. Hij roept ons met nieuwe bezieling, nieuwe zin, met een nieuwe Geest, die ons uit onszelf laat doen wat goed is.

Daarnaar luisteren betekent jezelf in die vrijheid geplaatst horen worden. Broeder, zuster, heb lief en doe dan wat je wilt. Vrijheid is altijd ergens vóór. Jezus dwingt ons niet, Hij roept ons. Jezus gebiedt ons niet van alles en nog wat, Hij laat ons vrij. En Hij zegt erbij waar die vrijheid voor is: dient elkaar door de liefde. Dit is mijn ene gebod: dat u elkaar liefhebt, zelf, van binnen uit. Deze vrijheid begint altijd weer met luisteren, goed luisteren, tot je door laten dringen, in je eigen ziel laten zakken. Als het daar niet mee begint wordt het niets. Dan komt het bederf van het beste, dat altijd weer het slechtste is. Vrijheid luistert nauw.


Dat komt nog eens extra uit in dat andere wat Paulus hier zegt: gebruik die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees. En verderop legt hij uit: ik bedoel dit, gebruik die vrijheid niet als een kans om te voldoen aan het begeren van het vlees. En wat begeert het vlees dan? Paulus noemt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, ruzie, afgunst, uitbarstingen van woede, eigenbelang, geschillen, partijzucht, jaloezie, drinkgelagen, zwelgpartijen en meer van dergelijke dingen. Kortom, doen wat je zelf op je zelf lekker vindt of in de zin valt. Dat is wat mensen die Christus Jezus toebehoren nu juist bij zichzelf gekruisigd hebben.

We vinden Paulus hier in zijn grote discussie met het Jodendom van zijn tijd. In dat Jodendom was het hele leven van regels en opdrachten voorzien. Als je je daaraan hield kon je een mooi en goed leven leiden. De wet, het geheel van al Gods goede geboden, was daarbij geen boeman, geen harnas, geen opgelegd juk, maar wees een manier van goed leven aan. Die manier van leven moest je zelf volgen, dan zou God je wel accepteren. Doe dat en je zult leven. Punt voor Paulus is alleen dat we dit uit onszelf niet doen. Wie zelf al die regels wil volgen zal merken dat-ie daarop stuk loopt. En hij ziet dat Jezus Christus al die dingen wel voor ons gedaan heeft en ons nu door zijn Geest zo verandert dat we ze ook zelf willen. Vrij van alle ’doe dit en doe dat’, vrij van alle ’smaak niet, raak niet, roer niet aan’ leert Hij ons om door de Geest elkaar te dienen door de liefde.

En dat komt er voor Paulus nu dan ook heel erg op aan. Wat hij van christenen verwacht is, dat ze door de Geest bezield zonder wet een ten minste net zo goed en mooi leven leiden als de wet gebiedt. Als dat niet lukt moet er kennelijk nog wat van ons gekruisigd worden. Wat Paulus van christenen verwacht is dat ze beseffen dat vrijheid nauw luistert, dat die vrijheid echt ergens vóór is, en dat ze dat ook in praktijk brengen. Anders gezegd: wat Paulus betreft moet er bij ons echt iets te bespieden zijn, iets aparts, iets intrigerends: een vrijheid die boeit, die de moeite waard is om eens te gaan bekijken.


Het komt me zo voor dat dit voor ons tenminste net zo geldt als voor die Galaten. Juist in een samenleving die vrijheid systematisch gebruikt als aanleiding voor het vlees, en waar het dus leeft van de ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, ruzie, afgunst, uitbarstingen van woede, eigenbelang, geschillen, partijzucht, jaloezie, drinkgelagen, zwelgpartijen en wat al meer, hebben christenen een eigen roeping om vrij te zijn. Heel concreet zelf en samen vrij te zijn en dus iets goeds te doen voor elkaar en voor wie naast ons leeft. Dat komt allereerst uit in een heleboel kleine dingen. Vrijheid luistert nauw. Of je echt vrij bent komt uit in de manier waarop je omgaat met elkaar, met de mensen om je heen. Wie echt vrij is leidt zelf, zonder dwang, zonder allerlei regels zus of zo, een goed leven.

Dat blijkt telkens weer maar heel moeilijk tot christenen door te dringen. We hebben een fixatie op regels, op normen, en lijken niet te beseffen dat het niet om de regels gaat, maar om het goede leven. De Christenunie gaat de verkiezingen in met de leus: Durf te kiezen voor normen. En ik begrijp wel wat ze bedoelen, maar het is zo klunzig. In gewoon Nederlands betekent deze leus: durf te kiezen voor onvrijheid, want die is goed voor je. Normen zijn niet meer dan de grammaticaregels of de spellingsregels van een goed leven. Wie een taal echt spreekt denkt niet meer aan de grammatica. Wie een taal goed schrijft heeft hoogstens bij een paar moeilijke woorden de spellingsregels nodig. Normen heb je nodig om het goede leven te leren, maar als je een goed leven wilt leiden schuiven ze naar de achtergrond: je bent vrij, je leeft zelf. Paulus zou zeggen: durf te kiezen voor het goede leven. Je bent niet voor niets geroepen om vrij te zijn. Let er maar goed op. Vrijheid luistert nauw.


Het is de moeite waard daar vandaag, op bevrijdingsdag, nog eens extra over na te denken. Want één ding is zeker: dit werkt echt zo. Wanneer christenen mensen zijn die vrijuit dienen door de liefde, die hun leven leiden zo als ze het willen en niet omdat het zo moet, dan zie je ook vanzelf andere mensen opduiken die deze vrijheid komen bespieden. Het intrigeert, het boeit, het trekt. Niemand is zo vrij als een christen. Laat het maar merken, dat iedereen zo vrij kan worden, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.


<<<