2 Timoteüs 3:14-17

Orde van dienst (Middelburg morgendienst)
Gezang 38,1-3
Gezang 38,4-6
lezen 2 Timoteüs 3
Psalm 19,3-6
tekst 2 Timoteüs 3:14-17
Psalm 119,39.40
Gezang 31,1

Loenen-Abcoude 05/10/97
zie ook de bijbehorende handout (pdf)

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Jongens, eerbiedig. Aan het eind van de maaltijd pakt vader de bijbel. Nu even stil zitten en goed luisteren. We gaan uit de bijbel lezen. - En als het stil geworden is, leest vader een stukje uit de bijbel. Zo gaat dat, elke dag in heel veel gezinnen. En ook ’s middags al, op school, heeft de meester, of de broodmoeder, een stukje uit de bijbel gelezen, uit de Kijkbijbel misschien, of de Bijbel voor jou, maar toch. Iedere dag. Waarom eigenlijk? Waarom zou je dat doen? Iedere dag één, twee, drie, soms vier keer uit de bijbel lezen? Waarom?


Nou ja, er staan heel spannende verhalen in de bijbel. Nietwaar? Over Jozef bijvoorbeeld, die door zijn tien slechte broers als slaaf verkocht wordt naar Egypte, die een bliksemcarrière bij Potifar maakt, aangerand wordt door Potifars vrouw, in de gevangenis belandt, maar met wie toch alles goed komt, omdat hij als enige de dromen van de farao uitleggen kan. Of over Mozes, gevonden door de dochter van farao in zijn rieten mandje. Of over David, de herdersjongen David, die de reus Goliat verslaat. Of over Daniël, de gelovige Daniël die door God uit de leeuwenkuil gered wordt. Prachtig. Als deze verhalen je nooit verteld zijn, of voorgelezen - het is een gebrek aan je opvoeding, dat je nodig in moet halen.

Maar zouden mensen nu daarvoor iedere dag, drie, vier keer uit de bijbel lezen? Dat zou wel wat overdreven zijn. Als het alleen maar om de spannende verhalen en de indrukwekkende stories ging, dan kon het ook wel met wat minder toe. Natuurlijk is de bijbel ook een heel interessant boek, en een monument van de West-Europese cultuur. Maar moet je daar eerbiedig voor zijn, en stil luisteren? Eén, twee, drie, meer keer per dag? Natuurlijk niet.


Wat is er dan aan de hand? Wat maakt de bijbel zo de moeite waard, dat mensen er hun leven lang intensief in lezen, er niet op uitgelezen raken?

We hebben net een stukje gelezen uit een brief van Paulus, één van de gezanten van Jezus. Hij schreef die brief ergens in de eerste eeuw aan zijn medewerker Timoteüs. In het stukje dat we gelezen hebben staat eigenlijk een dubbel antwoord op de vragen die ik net stelde. Waarom zou je in de Bijbel lezen? Wat maakt de bijbel de moeite waard om een leven lang intensief te lezen? Nou, volgens Paulus twee dingen: je kunt er de wijsheid uit putten die leidt tot redding door het geloof in Jezus Christus. En: alles wat hierin staat is bruikbaar, nuttig, goed voor een goed leven. En dat geldt maar niet voor sommige mensen, voor volwassenen, voor deskundigen, of voor theologen, of voor extra knappe christenen, nee, dat geldt voor iedereen. Paulus spreekt hier in het algemeen over de bijbel. De bijbel is voor ons allemaal bevrijdend en is voor ons allemaal nuttig.

Laten we daar in deze preek eens wat verder over nadenken. De bijbel is voor ons allemaal ... bevrijdend en nuttig.


De bijbel is voor ons allemaal bevrijdend. Zo geef ik maar even heel kort weer wat Paulus zegt over de bijbel, dat je er wijsheid uit kunt putten die leidt tot zaligheid, tot redding door het geloof in Christus Jezus. Ergens lijkt de bijbel op van die kaartjes met een plattegrondje en instructies over wat te doen bij brand, die je nog wel eens zien kunt in ziekenhuizen, hotels en scholen. Als het echt brand, dan leer je uit zo’n kaartje aan de muur de wijsheid die je nodig hebt om gered te worden uit het brandende ziekenhuis. Bevrijdend.

Het lijkt er wel eens op dat heel veel mensen de bijbel ook zo gebruiken, als zo’n kaartje met instructies en een plattegrondje (’wat te doen bij brand’) in hun leven. Als ze oud worden of heel ziek, of als er grote tegenslagen komen, kortom, als ze het gevoel hebben dat hun leven in brand staat, dán komt de bijbel uit de kast en moet die hun de weg wijzen naar de redding. Maar als je niet oud bent, of ziek, en als het je voor de wind gaat, nou, dan heb je de bijbel net zo min nodig als je dat bordje in je hotel nodig hebt als alles oké is.


Toch is dát niet wat Paulus bedoelt. Paulus gaat er van uit dat alle mensen altijd redding nodig hebben, óók als het ze voor de wind gaat, óók als ze ergens wel tevreden zijn, en als ze zich helemaal niet vóelen als mensen die gered moeten worden. Wie werkelijk wijs is, die ziet dat onder ogen. En ook die wijsheid leer je van de bijbel. Als de bijbel één kenmerk heeft, dan is het dat van het boek dat grenzeloos eerlijk is over mensen. Er wordt niets goed gepraat of groot gehouden. En wie dat tot zich door laat dringen leert ook zelf zich niet schoon te praten of groter voor te doen dan hij of zij is. En dat is heel bevrijdend. Eerlijkheid is het begin van alle vrijheid en leven.

Ja, eerlijkheid. Want ook al zijn we nog zo tevreden met ons leven, er zit altijd ook meer dan goedheid en succes bij in. We lopen ook allemaal rond met dingen die we gedaan hebben en die ons nog achtervolgen. We hebben een verleden. Meestal redden we ons daar wel mee. Want ach, er is zoveel dat als verontschuldiging dienen kan. Vaak hebben we niet meer dan een vaag gevoel dat ons optreden toch wel onder de maat was, maar ja. Maar moet je daarvoor gered worden? Het is maar hoe je naar je leven kijkt: vanuit je zelf, je eigen recht en kracht, of vanuit God en vanuit de ander. En wat is dan wijs? Wat is echt eerlijk?

In het eerste deel van de bijbel staat daarover een heel bekend verhaal. Het gaat over koning David. Ook over hem is de bijbel heel eerlijk. Er worden niet alleen goede dingen van hem verteld, maar ook slechte. Ook slechte die hij zelf eerst niet zo door had. Op een dag zit koning David op het balkon van zijn paleis en hij kijkt uit over de stad Jeruzalem. Daar ziet hij een heel mooie vrouw op het dak van een huis. Batseba, de vrouw van één van zijn soldaten. Hij laat haar halen en gebruikt haar als één van zijn eigen vrouwen. Was dat nu zo erg? Als wij zo’n verhaal lezen, dan zijn wij snel verontwaardigd. Maar eerlijk, in die tijd, was het zo bijzonder niet. Eigenlijk waren alle vrouwelijke onderdanen van een oud-oosters vorst een beetje zijn vrouwen. Was David niet de koning? Eigenlijk was het best een eer voor Batseba dat zij op het paleis mocht komen.

Toch was het niet zoals het hoorde. En dat voelde David ook wel. Batseba blijkt in verwachting. Eerst probeert David het zo in scene te zetten dat het een kind van haar man Uria zou kunnen lijken. Dan zorgt hij er voor dat Uria sneuvelt: en maakt hij Batseba officieel zijn vrouw. Alles lijkt weer in orde. Het was wel onder de maat voor een koning in Israël, maar allà. Dan komt plotseling Natan op bezoek bij de koning, een profeet van de Here God. En hij vertelt een verhaal, heel bekend. Een rijke man, met ontelbare schapen en geiten, met een arme buurman, die alleen een lammetje heeft. En de rijke man krijgt bezoek. Hij kan er niet toe komen om één van zijn eigen schapen te slachten. Daarom neemt hij het lammetje van zijn buurman. David hoort het, en hij is heel boos: die rijke man, die verdient de doodstraf: wat een onmens. En dan zegt Natan, namens de Here God zelf: David, jij bent die man.


Ja, zolang je van jezelf uit naar je leven kijkt, is er altijd wel wat goed te praten en groot te houden. Smoezen te over. Maar kijk nu eens met de ogen van God en met de ogen van de ander. Hoe zit het dan? En als je daar over nadenkt, in je eigen leven - hoe vaak zijn wij dan ook niet ’die man’? Eerlijkheid, toegeven waar je fouten en tekorten liggen, echt liggen. Daar wil de bijbel je in helpen.

En daar helpt de bijbel je ook echt mee. Want daarmee wordt ons geen schuldgevoel aangepraat. Welnee, daarmee worden we juist geholpen van ons schuldgevoel af te komen. Want als we eerlijk worden dan weten we allemaal wel waar de gaten in ons leven gevallen zijn. En ook als we ons groot houden vreet het door: die opmerking was wel erg onder de maat, dat was niet eerlijk, dit was bedrog. We kunnen ons nog zo stoer voordoen, maar leeft niet diep in ons allemaal een werkelijk, en een terecht gevoel van schuld, van tekort, van het doel in je eigen leven niet halen?

God is eerlijk. En Hij houdt ons in alle eerlijkheid de norm voor van werkelijke goedheid en echt leven: leven in liefde en zorg. En ieder mens beseft ergens dat dit inderdaad de enige echte norm voor een goed leven is: dat wij van God en mensen houden en zij van ons. En zeg dat niet, verzwijg dat - en het blijft zeuren in je leven, het blijft je achtervolgen. Maar spreek het uit, zoals de bijbel je leert, en kijk toch eens: dan kan er iets mee gebeuren. Wie zichzelf leert zien als een eenzaam schaap dat van de kudde weg gedwaald is, die kan ook Jezus leren zien als de goede Herder die juist zulke schapen opzoekt.

In Hem, in Jezus, trekt heel de bijbel zich samen. Alles cirkelt rond Hem en rond de geschiedenis van zijn leven voor ons. Al die eerlijke verhalen, die eerlijke geboden, die eerlijke constateringen komen steeds weer bij Jezus uit. Er is redding door het geloof in Hem. Je verleden kun je kwijt bij Hem. Je gebreken staan bij Hem niet in de weg. Welnee, daar is Hij juist voor gekomen, om ons er van te verlossen. Hij is zelf als die herder, die één van zijn honderd schapen kwijt was, en die de 99 andere in de stal laat om die éne te zoeken. En wat is hij blij als hij dat schaap gevonden heeft. Heel zijn leven staat in het teken daarvan. Redding, bevrijding, vergeving. En heel de bijbel staat in het teken van Jezus. Redding, bevrijding, vergeving.

De bijbel ... voor ons allemaal ... bevrijdend. Paulus heeft gelijk. Daar gaat het om. En daarom lezen we de bijbel zo, zo eerbiedig en zo intensief. Het is het eerlijke boek van God, waarin beschreven wordt hoe het eerlijk weer goed komt tussen God en ons en tussen mensen onderling. Eerlijk, zonder groothouderij of smoesjes. Eerlijk, ook voor iedere latere keer dat we er weer een puinhoop van gemaakt hebben in ons leven, iedere latere keer dat we weer ver onder de maat gebleven zijn - en we weten het -. Telkens weer: bevrijdend. Effectief.


Goed, en dat is dus allemaal maar niet voor noodgevallen. Voor bijzondere gelegenheden, voor het uitzonderlijke geval dat het huis van ons leven in brand staat en we de nooduitgang zoeken. Nee, dat wil midden in ons leven staan. Dat wij door de Here Jezus bevrijd worden van alles wat ons neerdrukt en achtervolgt, en weer schoon en vrij in het leven gezet worden, dat wil het centrum van ons hele mensenleven zijn, met alles erop en eraan. Wij blijven met twee benen op aarde leven, in het leven in al zijn breedte. We gaan naar ons werk, naar school. We gaan om met elkaar, thuis en overal. En over dát alles gaat de bijbel.

Dat is wat Paulus in de tweede plaats naar voren haalt. De bijbel ... voor ons allemaal ... nuttig, bruikbaar. De bijbel is niet maar een boek voor als de nood aan de man komt. Hij is geen handboek om in de hemel te komen, geen map met verzekeringspapieren, waar je alleen in bladert als je een ongeluk hebt gehad. Welnee, hij staat vol van verhalen, voorschriften, tips en adviezen voor een werkelijk goed mensenleven.

Nee, ik zeg niet, en ik bedoel ook niet: voor een succesvol mensenleven. Voor een bruin leven. Paulus heeft het hier ook nergens over succes. De bijbel is geen receptenboek voor succes in je leven. Daar is hij veel te eerlijk voor. Deze werkelijkheid is niet een werkelijkheid waarin het mensen onverdeeld goed gaat. Onze wereld is een harde wereld, waarin het kwaad ook goede mensen treft en waarin slechte mensen succes kunnen hebben. Daar praat de bijbel niet omheen en hij praat het zeker niet weg.

Nee, het gaat Paulus om een goed mensenleven in de zin dat wij dat hele gemengde en verwarrende leven aankunnen, er op een goede manier de weg in weten, dat wij midden in dat leven op een goede manier kunnen doen wat van ons gevraagd wordt. Dáár is de bijbel nuttig voor. Je merkt erin: God is maar niet een God van geesten, maar een God van mensen, echte mensen van vlees en bloed.


Zo is God dat altijd al geweest. En daarom kun je leren van wat vroeger gebeurd is. Aan het begin van hoofdstuk 3 verwijst Paulus naar Mozes en Jannes en Jambres, Egyptische magiërs die zich verzetten tegen Mozes. Kijk, bedoelt hij, zoals het met die Jannes en Jambres ging, zo zal het weer gaan. Let er maar op. En in een andere brief verwijst hij bijvoorbeeld naar de geschiedenis van het volk Israël in de woestijn. Let op, zegt hij daar, dat is allemaal gebeurd tot een voorbeeld voor ons. Ze vertrouwden niet op God, en het liep slecht met hen af. Ze pleegden ontucht, en duizenden mensen vonden de dood. Ze stelden God op de proef, ze wilden wel eens zien wat ze aan Hem hadden, en ze stierven door giftige slangen. Ze mopperden en zeurden tegen God, maar dat bleek levensgevaarlijk. Leer daar nu van. Met die voorbeelden, en met allerlei geboden en tips is de bijbel nuttig om te leren, om aan te geven wat goed en kwaad is, om op te voeden.

En ook het tweede deel van de bijbel is daar vol mee, met verhalen, tips en adviezen om de goede weg in je leven te vinden. Lees en leer: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Ja, en ook verder, als daar iets niet van gelukt is, als er fouten zijn gemaakt, als we elkaar hebben gekwetst. Hoe gaan we daar dan mee om? Lees maar en luister, bijvoorbeeld naar de Here Jezus, als hij vertelt over die slaaf met al die schuld, miljoenen guldens schuld aan zijn heer. En die Heer scheldt hem die schuld zomaar kwijt. Prachtig, nietwaar: de bevrijding van heel ons leven, zomaar door de Here Jezus, dat wil de kern van ons leven van alle dag zijn. Maar die slaaf in het verhaal wil dan niet zijn medeslaaf een paar duizend piek kwijtschelden. Hij staat op zijn recht en zijn gelijk. Je hoeft het maar te horen, dat hele verhaal, om te begrijpen: dat is absurd, dat is dwaas: zo moet het niet. Nee, daar had vergeving moeten zijn en een nieuw begin. Ziet u, lees maar en luister. De bijbel is nuttig, bruikbaar, in het leven van alledag, ook voor verbetering, voor het herstellen van fouten.

De bijbel ... voor ons allemaal ... nuttig, bruikbaar. Paulus heeft gelijk. Zo mogen we leven met dit boek, dag in dag uit. Er uit leren, er door groeien, er mee verder komen. Daarvoor heeft God dit boek gegeven. Bevrijdend, inderdaad. God wil dat het goed komt tussen Hem en ons, dat er weer vrede komt en gerechtigheid en liefde. Maar ook bruikbaar. Gewoon met twee benen op aarde. De bijbel is geen boek voor mensen met het hoofd in de wolken. Daar is hij veel te eerlijk voor. Juist als we morgen weer naar school gaan, naar ons werk, thuis de draad weer opnemen, juist dan wil de bijbel bruikbaar zijn, en ons liefde leren, en vreugde, geduld en vriendelijkheid, goedheid en vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.


Daarom is er alle reden voor, ook straks weer, en morgen en overmorgen, en alle dagen: Jongens, eerbiedig. Aan het eind van de maaltijd pakt vader de bijbel. Nu even stil zitten en goed luisteren. We gaan uit de bijbel lezen. - Amen.


<<<