1 Petrus 4:10

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Psalm 96,1.2
bevestiging diaken
Gezang 38,3.4
lezen 1Petrus 4:7-19
tekst 1Petrus 4:10
Liedboek gezang 106
Gezang 30,3
Psalm 96,6-8

Loenen-Abcoude 11/09/00

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Het lijkt me goed om aan de preek van het bevestigingsformulier van daarnet niet al te veel meer toe te voegen. Ik haal een paar elementen nog extra naar voren, aan de hand van 1 Petrus 4.


Eerst even dit meer algemene punt: is het u wel eens opgevallen hoe veel aandacht het nieuwe testament geeft aan de onderlinge liefde en samenhang in de gemeente? We treffen hier bij Petrus geen los idee aan, we stuiten op een rode draad die het nieuwe testament bij elkaar houdt. Vorige week hebben we diezelfde rode draad in Efeziërs gezien. Bijna iedere brief of boek in het nieuwe testament heeft één of meer passages waarin het gaat over liefde metterdaad, gastvrijheid, dienst, zorg, samenhang, bij elkaar horen.

Nee, dat is niet de enige rode draad die door het nieuwe testament loopt, maar het is wel een eigen thema, een eigen hoofdlijn. Naast deze kun je in ieder geval nog een andere volgen, die van het evangelie zelf, het geloof daarin en de verkondiging daarvan. Rond dat thema van het evangelie vind je in de bijbel en in de kerk de ouderlingen (inclusief onze predikanten). Zij letten op geloof en leven overeenkomstig het evangelie bij de verschillende gemeenteleden, zorgen ervoor dat we de blijde boodschap niet vergeten, en dat God in alles de dienst uitmaakt in de gemeente. Bij een ouderling op huisbezoek hoort in eerste instantie de vraag: zit u, zit jij goed in je geloofsvel?

Rond dat andere thema van de onderlinge liefde en contact vinden we in de bijbel en in de kerk de diakenen. Zij letten op de samenhang in de gemeente, op het netwerk van de gelovigen en op het samen leven naar het evangelie. Bij een diaken op huisbezoek hoort in eerste instantie de vraag: zit u, zit jij goed in de gemeente? niet zozeer: hoe gaat het met jou zelf als gelovige, maar: hoe gaat het met jou als lid van de gemeenschap? En dat is dus bepaald geen bijzaak, die wel op de tweede plaats kan komen. Het is een eigen thema, dat een eigen ambt verdient. Waarvan het formulier net dan ook zei, dat het voortvloeit uit de liefde van Christus zelf.

Het lijkt me dat je alleen zo een goede kijk op diakenen kan krijgen. Diakenen zijn geen hulpjes van de ouderlingen, die eigenlijk de baas zijn. Ze hebben een eigen taak en verantwoordelijkheid. Diakenen zijn er ook niet alleen maar voor het geld en voor arme mensen. Ze zijn er voor het netwerk van de gemeente, voor de onderlinge cohesie, dat het lichaam ook als een lichaam functioneert. Daar hoort het delen van bezittingen bij, maar ook het delen van aandacht en zorg, het delen van gezelligheid en bemoediging.


Goed, ik kom bij een volgend punt, dat direct met 1Petrus 4:10 te maken heeft. De passage over de dienst van de diakenen in het formulier is in ieder geval in één opzicht duidelijker dan die over de dienst van de ouderlingen: diakenen hebben een stimulerende en ondersteunende taak. Ze moeten zorgen voor een goede voortgang van het dienstbetoon in de gemeente. Huisbezoek dient in de eerste plaats om op de hoogte te komen, en dan gaat het er niet om dat de diakenen nu die onderlinge zorg ook gaan geven, maar dat ze de leden van de gemeente tot hulpbetoon opwekken. Aan het eind komt dat dan ook direct terug in de oproep aan de gemeente: zorg niet alleen voor middelen, dien ook zelf. En al staat daar geen tekst in de kantlijn, de tekst die er hoort is 1Petrus 4:10. Als je die erbij betrekt wordt het gelijk nog duidelijker ook.

Tenminste, zoals het er nu staat kun je het lezen als dat wij goede rentmeesters moeten zijn over ons bezit, zo van: zorg dat je wat te delen en te geven hebt op financieel gebied. Vanuit 1Petrus gezien blijkt het hier echter over veel meer te gaan. Dient elkaar, ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft. En denk dan maar terug aan vorige week: we zijn in allerlei opzicht begaafde mensen. En we moeten dáár goede rentmeesters over zijn, over die velerlei genade van God namelijk. Het is maar één ding dat de diakenen genoeg in kas hebben om financiële hulp te kunnen geven. Eigenlijk is dat maar een detail in het geheel. Dat geheel gaat over het complete functioneren van een gemeenschap.

Zorg er dus voor dat de diakenen ook mensen weten te vinden die op bezoek kunnen gaan, die een gezellige open maaltijd kunnen beleggen, die mensen aandacht kunnen geven die dat nodig hebben. Zorg er voor dat er wijze mensen te vinden zijn om een goed woord mee te spreken, dat er iemand is bij wie een ander kan uithuilen, zorg ervoor dat je open staat voor elkaar.

En sterker nog, zegt Petrus, en veronderstelt het formulier, zorg er niet maar voor dat diakenen je daarvoor kunnen vinden, maar doe het ook al zelf, uit eigen beweging. Dien elkaar, net naar je eigen gaven en mogelijkheden. Begin er zelf al mee, ontplooi eigen initiatieven, die diakenen dan weer kunnen coördineren en verder stimuleren. Net zo min als ouderlingen er zijn om voor u te geloven, voor u gesprekken te voeren, voor u het geloofsleven te organiseren, zomin zijn diakenen ervoor om voor u te dienen en te helpen. Een gemeenschap is geen kar die zich door een paar mensen kan laten trekken, een gemeenschap is een karavaan van mensen die allemaal zelf mee lopen en die op elkaar hebben te letten dat er niemand achter blijft.


Vorige week het ik er aandacht voor gevraagd dat wij als door de Here Jezus begaafde mensen iets van elkaar kunnen verwachten. Het lijkt me goed om daar vanmiddag eens de andere kant bij naar voren te halen: als begaafde mensen hebben wij elkaar te dienen. God is niet karig. Hij geeft velerlei genade. Laten we daar goed op letten, en niet onze eigen selectie aanbrengen. We weten niet half hoe belangrijk het is om iemand eens een gezellige avond te bezorgen. We weten niet half hoe belangrijk het is om iemand te ontmoeten die blijmoedig blijft in allerlei ellende. We weten niet half hoe veel goeds een complimentje kan doen, of een vraag hoe het gaat. Wat een kleine moeite kan het zijn om iemand anders eens mee uit te vragen, mee in jouw groep vrienden, en wat een groot plezier.

God verleent kracht en allerlei mogelijkheden. Dat mag dan ook duidelijk zijn. Vorige week heb ik gezegd: zie achter die ander de Here Jezus staan die gaven geeft. Vanmiddag vul ik maar weer aan: zie achter jezelf God staan, die jou allerlei mogelijkheden geeft. Het gaat niet maar om ons op onszelf, en waar wij goed in zijn. Het gaat er dus ook niet om dat mensen ons gaan bedanken omdat wij zo goed en zorgzaam en lief zijn. Door ons wil de Here Jezus zelf dienen. Hij geeft daar dan ook mogelijkheden voor.

Dat mag Jan zich aantrekken, bij het komende werk als diaken. Nooit gaat een ambtsdrager alleen de gemeente in, zonder de zorg en de nabijheid van Christus. Maar dat mogen wij ons allemaal aantrekken: wie in de Here Jezus gelooft leeft niet op zichzelf en heeft geen eenzame taken.


Juist daarom kan Petrus ook verder gaan: Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; dient iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend. Dat betekent niet: woorden zo spreken alsof ze van God kwamen, met een bepaald gezag of zo. Het betekent zulke woorden spreken zoals God ze ook spreekt, door Hem geleerd en gesteund. Het betekent zulke daden doen zoals ze uit kracht door God verleend gedaan kunnen worden. Dat zijn goede woorden en daden waar God om verheerlijkt wordt door Jezus Christus. De kracht daarvoor komt, zoals we vanmorgen aan tafel lazen, niet uit ons, maar uit God. Inderdaad, en juist daarom kan het ook, en kan niemand van ons zich onttrekken aan die oproep van Petrus: dient elkaar.


Goed, ik noem nog even de elementen van deze preek. Diakenen hebben een eigen taak en verantwoordelijkheid: ze stimuleren en coördineren de samenhang, de gemeenschap in de gemeente, het netwerk, ons samen leven. Daarbij is verondersteld dat wij zelf elkaar dienen, met elkaar een gemeenschap vormen en onze eigen velerlei gaven inzetten voor elkaar, als goede rentmeesters over wat wij wel niet van God krijgen. Juist daarom kan niemand zich aan die onderlinge dienst onttrekken, omdat het God is die gaven geeft. En niet maar karig, maar in allerlei vorm. Als we daar nu samen beginnen, bij wat God geeft aan mogelijkheden, dan gaat er zeker van alles gebeuren waarom God verheerlijkt wordt, door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen.


<<<