Heidelbergse Catechismus, zondag 23

Orde van dienst (Kampen morgendienst)
Psalm 81,1.2
Psalm 81,3.4
lezen 2 Petrus 1:1-19
Gezang 103
Zondag 23
Gezang 36,2.3
Gezang 16

Loenen-Abcoude 11/10/98
de preek is incompleet bewaard gebleven

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Stel, je gelooft dat God de Schepper van alles is; je gelooft - anders dan Kuitert - dat Jezus Christus zijn eniggeboren Zoon is en dat Hij geboren is uit de maagd Maria, gekruisigd is onder Pontius Pilatus; stel, je gelooft dat Hij is opgestaan uit de dood, naar de hemel gegaan, en bezig is terug te komen; stel, je gelooft dat God de Geest mensen zo bezielen wil dat ze een kerk vormen, je gelooft dat er vergeving is, dat doden eens op zullen staan en eeuwig zullen leven - wat heb je daar aan? wat levert je 'dit alles' nu eigenlijk op?

Als ik het zo zeg, vraag ik dan hetzelfde als zondag 23? Dat 'dit alles' van vraag 59 slaat terug op de behandeling van de 12 Artikelen in de vorige 15 zondagen. Dus je mag de vraag best invullen met de tekst van die belijdenis. En als ik het dan zo zeg: [rep], vraag ik dan hetzelfde als zondag 23?


Wat denkt u? Ik denk van niet. Want op mijn vraag volgt het nuchtere antwoord: weinig. Dat je dat alles gelooft levert je misschien het begin van een soort van christelijke wereldbeschouwing op, met allerlei overtuigingen, en misschien horen daar ook nog wel wat normen en waarden bij, maar veel is dat niet. O ja, het is ook niet niks. Je hebt tenminste een regel, je hebt tenminste een levensovertuiging. Dat scheelt veel moeite om er zelf een uit te vinden. Maar toch blijft het weinig. Veel indruk maakt het niet, en je leven zal het niet veranderen.

Dat is wel een heel ander antwoord dan zondag 23 geeft. En dat komt omdat ik ook een heel andere vraag gesteld heb. Toch lijkt-ie wel veel op de vraag van zondag 23. Wat is eigenlijk het verschil? Nou, het verschil zit in het woordje 'geloven'. Ik heb de vraag zo gesteld, dat het woordje geloven eigenlijk alleen maar betekent: voor waar aannemen. Maar zondag 23 gebruikt hetzelfde woordje geloven voor iets heel anders. Daar betekent het: aannemen als iets dat voor jou is.

Dat maakt een wereld van verschil. En over dat verschil wil ik het vanmorgen onder andere hebben. Want het lijkt me een van de grote aanvechtingen van ons geloof, dat we nog wel aannemen dat een en ander echt zo is, of echt zo is gebeurd, maar dat we Gods persoonlijke woord tot ons daar niet meer in horen. De enige reden waarom we dan nog van 'geloof' spreken, en niet gewoon 'weten' zeggen, of 'de overtuiging hebben dat', is, dat geloven wat dierbaarder klinkt. Maar het 'doet' ons dan niets. En zeker dringt dan de verwondering niet meer tot ons door die deze zondag 23 stempelt.

Het is één van die zondagen waarbij het leven sterker is dan de leer-methode van vragen en antwoorden, en waarin de vragen heel dicht komen bij wérkelijke vragen. Er klinkt in zo'n vraag 60 echt iets door van: pardon, hoe zegt u dat u rechtvaardig bent voor God? Daar is kennelijk iets aan de hand, iets vreemds. En dat is ook zo. Het is het diep-opvallende van het evangelie zelf dat we hier ontmoeten: kort gezegd: dat het weer goed komt tussen God en jou, daar hoef je niets voor te doen, dat is voor jou gedaan.

Dat is voor jou gedaan. Kijk, daar heb je die twee woordjes weer. Laten we daar, eerst in deze preek, en dan verder in ons leven, maar eens goed op letten. Voor jou, dat is de stem van God in de bijbel, in het evangelie, in jouw leven. Daarmee spreekt Hij ons aan. Dat het weer goed komt tussen God en jou, daar hoef je niets voor te doen, dat is voor jou gedaan. Dat is de kern van deze zondag. De kern van deze preek zit in dat 'voor jou'.


Want inderdaad grijpt zondag 23 terug op de 12 artikelen. Maar het essentiële zit in het 'voor jou' dat de hele catechismus door is toegevoegd. Het gaat hier dan ook niet zomaar om een bepaald geloof, om een bepaalde levensovertuiging of zo. Nee, het gaat om het geloof van zondag 7. En dat was niet alleen maar een zeker weten dat dingen zo zijn, maar ook een vast vertrouwen dat ze werkelijk 'voor mij' zijn. Als dat 'voor mij' niet meeklinkt ook in ons hart, dan wordt het allemaal heel goedkoop. Dan doet het ons ook niets meer. Ook de kern van het evangelie niet. Als het iets wordt als: dat het weer goed komt tussen God en jou, daar hoef je niets voor te doen, dat is al gedaan, - dan wordt heel je geloof niet veel meer dan vanzelfsprekende achtergrondkennis. Iets waar je niet meer bij stil hoeft te staan. Zo vanzelfsprekend als de lucht die je inademt terwijl je met heel andere dingen bezig bent.

Maar als het 'voor jou' wèl meeklinkt in alles waar het hier over gaat, dan kan het ons gaan raken. Kijk maar eens naar die twaalf artikelen waar het hier dan om gaat. Dat God de Vader de Schepper is, is allemaal best en prima, maar het raakt ons pas als God ons er persoonlijk mee aanspreekt: Ik heb jou gemaakt, Ik wil met jou omgaan, Ik vind jou de moeite waard. Dat de Here Jezus op aarde gekomen is en hier zijn leven geleid heeft, dat is allemaal vast waar, en een mooie geschiedenis. Maar het wordt nooit meer dan dat, nooit meer dan een mooi verhaal over iets wat eens is gebeurd, zolang we niet heel diep horen dat Hij voor ons gekomen is. Met zijn geboorte spreekt Hij ons aan, persoonlijk: Ik kom me met jou bemoeien, dat is nodig, want je bent er slecht aan toe. Kijk maar naar Mij, dan kun je zien hoe slecht. En blijf dan kijken, want dan kun je gelijk zien hoeveel Ik van je houd. En als we dan blijven kijken, zien we maar niet een man, ooit, eens gekruisigd worden, maar dan zien we zijn liefde voor ons: dit doe Ik voor jou, dit lijden is voor jou, deze dood sterf Ik voor jou. En we zien Hem opstaan in macht. Niet maar als een feit uit een ver verleden, dat al zolang geleden is gebeurd dat het al bijna niet meer waar is, maar als een gave van nieuw leven voor ons. En we zien de Heilige Geest komen met Pinksteren. Prachtig verhaal, ja, maar: voor jou. En we ontmoeten een kerk, een gemeenschap die zich over alle tijden en plaatsen uitstrekt. Prachtig, of misschien wel wat minder prachtig, gezien de schandaalgeschiedenis van het christendom, maar toch. Ja, maar God komt met die kerk naar ons toe als iets voor ons: een plek om je thuis te voelen en thuis te weten, samen bij God. Opstanding en eeuwig leven, niet maar als waarheden, die eens zullen gebeuren. Nee, als gaven voor ons. Alles bij elkaar: het is weer goed tussen God en ons, en daar hoeven we niets voor te doen, het is al voor ons gedaan.

Dat moeten we proeven, telkens en telkens weer. Dan worden inderdaad genade en vrede ons vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Heer. Dan zien we dat zijn goddelijke kracht ons inderdaad met alles wat tot leven en godsvrucht strekt heeft begiftigd door de kennis van Hem die ons geroepen heeft, en dat we met kostbare en zeer grote beloften begiftigd zijn. En wat daar verder volgt in 2 Petrus.


Inderdaad, er ligt in het hart van het christelijk geloof iets heel feitelijks: er is een en ander gebeurd. Je kunt het weten, het is werkelijk gebeurd. Petrus en de andere apostelen en tijdgenoten van Jezus waren er ooggetuigen van. Maar dat is allemaal nog heel iets anders dan zakelijke historische kennis. Het is allemaal voor ons gebeurd. In al die feiten spreekt God ons aan: dit doe Ik voor jou, dit geef Ik jou. Het is weer goed tussen God en ons. Daar hoeven we niets voor te doen. Het is al voor ons gedaan.

Het is al voor ons gedaan. Dat is de eindeloos vrolijke kant van dat heel historische. Het is gebeurd. Het is al lang geleden gebeurd.


preek afgerond met materiaal uit de preek over zondag 23 uit de eerste ronde


<<<