Heidelbergse Catechismus, zondag 32

Orde van dienst (Kampen middagdienst)
Psalm 141,1.2
lezen Galaten 2,15-21
Psalm 90,1.8
Zondag 32
Gezang 4
Liedboek gezang 358,1.3.4.6

Loenen-Abcoude 27/12/98
Amsterdam-C 17/01/99
Zeist 02/05/99

<<<


Broeders en zusters, geliefd in onze Heer, Jezus Christus,


Het komt me goed uit dat vanmiddag zondag 32 aan de beurt is, terwijl we volgende week zondagmorgen avondmaal hopen te vieren. Want ik zou zo snel geen beeld kunnen vinden dat beter aangeeft waar het in zondag 32 om gaat dan juist het avondmaal. Het is sowieso heel aardig om in vraag en antwoord 86 de woorden 'goede werken' eens te vervangen door 'avondmaal vieren'. Dan komt in een keer het eigenlijk vreemde van de vraag uit en blijkt dat het antwoord eigenlijk net zo goed opgaat voor de avondmaalsviering.

Nu wij uit onze ellende, zonder enige verdienste van onze kant, alleen uit genade door Christus verlost zijn, waarom moeten wij dan avondmaal vieren?

Dwaze vraag. Natuurlijk moet je avondmaal vieren. Je zult wel gek zijn als je dat prachtige evangelie niet viert in de feestmaaltijd van het nieuwe verbond. Heel goed. Zo geldt het nu ook voor die 'goede werken'. Het gaat hier niet over een soort zedelijke verplichting tot goede werken doen. Het gaat hier niet om een 'moeten' in de zin van 'opgedragen worden'. Nee, er is een steekje aan je christen-zijn los, als je de verlossing niet viert in een goed leven. Zoals ergens eerder al gezegd in de catechismus: dat kan niet anders. Daar gaat het ook hier om.

En inderdaad, wij vieren ook avondmaal omdat Christus ons niet alleen met zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, maar ons ook door zijn Heilige Geest vernieuwt tot zijn beeld, opdat wij met ons hele leven, om te beginnen in de avondmaalsviering zelf, tonen dat wij God dankbaar zijn en Hem prijzen. En zo gaat het door, nietwaar? Ook het avondmaal wil als bij-effecten hebben dat het ons zeker maakt van ons geloof en dat het aantrekkelijk is voor anderen. En ook bij het avondmaal worden alle onkuise afgodendienaars en gierige dronkaards de wacht aangezegd.

Wat hier in zondag 32 over de hele breedte van ons leven uitgesproken wordt, dat doen we geconcentreerd en gestileerd in de viering van het avondmaal. Het christelijke leven zelf begint met dit feestvieren. Het avondmaal vormt de kiemcel, niet alleen van de kerk, maar ook van ons eigen dagelijkse christenleven.

En het leuke is nu, dat we precies de kern van zondag 32 uitgebeeld kunnen zien in de viering van het avondmaal. Die kern is: Christus vernieuwt ons door zijn Geest, en die vernieuwing wil doordringen tot ons hele leven. Die kern is: nieuw leven krijgen we van Christus en bij Christus. In het samen ontvangen van brood en wijn doen we precies wat heel ons leven stempelen wil: het samen ontvangen van de Here Jezus als een levende kracht van vernieuwing en nieuw leven. De levensbeweging van samen ontvangen en vieren die het avondmaal vormt, wil tegelijk de levensbeweging van ons dagelijkse leven zijn.

Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn huidige aardse bestaan leid ik in geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zijn leven voor mij heeft gegeven. Dat doen we in ons dagelijkse leven. Maar we doen het ook, we geven het vorm, we vieren het in het avondmaal. En dat hoort bij elkaar. Wat we alle dagen soms heel onbewust en onvolkomen doen, dat kunnen we ons bewust maken door te letten op de bijzondere manier waarop we het in het avondmaal vorm geven. En als we zo in ons dagelijks leven niet willen leven, dan moeten we in het avondmaal niet zeggen dat we dat wel doen. Christelijk leven doe je met Christus, of je doet het helemaal niet.

En er is nog een opzicht waarin het avondmaal belangrijk is voor deze zondag. Ik zei al: je kunt avondmaal vieren invullen voor 'goede werken doen'. Dat zegt iets over wat goede werken eigenlijk zijn. En dat kunnen we goed gebruiken, want 'goede werken' is een begrip waar wij best wat huiver voor mogen hebben. Nu even afgezien van de roomse bijsmaak die er nog steeds aanzit, waar je meer dan een vleugje 'werken der wet' in proeven kunt, goede werken zijn voor ons besef snel dingen die wij zelf, individueel en individualistisch, moeten doen voor God en voor elkaar. Als de catechismus vraagt: waarom moeten wij nog goede werken doen, dan horen we dat automatisch in de zin van: waarom moeten wij, hoofd voor hoofd, wij in de zin van wij allemaal goede werken doen? Maar we horen het niet of nauwelijks in de zin van: waarom moeten wij samen goede werken doen?

Het zou goed zijn als we wat dit betreft eens leerden wat kritischer naar onze gereformeerde erfenis te kijken. Tussen de regels door proef je tot en met in onze belijdenisgeschriften de tijdgeest uit de tijd van de reformatie, de geest van het vroege individualisme, waarin alle aandacht uitgaat naar de mens die alleen voor God staat en alleen zijn weg door het leven moet vinden. Het gaat over mijn ziel en mijn lichaam, het gaat over mijn troost en mijn eigendom van Christus zijn. Dat is allemaal heel waar en heel belangrijk. Maar het wordt gevaarlijk als we niet meer beseffen dat de bijbel steeds uitkomt bij de gemeenschap van de gelovigen, bij onze zielen en onze lichamen, bij onze troost en ons eigendom van Christus zijn. En dat zie je in de kerk nergens duidelijker dan aan het avondmaal. Christelijk leven doe je samen, of je doet het helemaal niet.

Die twee dingen krijgen we zo in de schoot geworpen, als we even deze zondag verbinden met onze avondmaalsviering volgende week. Christelijk leven doe je met Christus, of je doet het helemaal niet. Christelijk leven doe je samen, of je doet het helemaal niet.


Eerst dacht ik: nou, dat is meteen een mooie verdeling. Laat ik eerst dat 'met Christus' eens uitwerken, en dan dat 'samen'. Maar dat lukte niet goed. Bij het ene kwam ik steeds bij het andere uit. Hier zitten de dingen kennelijk zo in elkaar verweven dat je niet goed kunt verdelen. En vanzelf kwamen nog meer vragen boven: kúnnen wij eigenlijk wel zelf, individueel, 'met Christus leven'? Is dat niet uiteindelijk een koude abstractie? Hoe vernieuwt de Here Jezus ons eigenlijk concreet door zijn Heilige Geest? En hoe ziet dat beeld van Hem er eigenlijk uit in ons leven?

Kijk, ik kan natuurlijk tegen u zeggen: broeders en zusters, christelijk leven, leven in goede daden, dat komt alleen maar voort uit leven in geloof, uit leven in werkelijke gemeenschap met Christus. En dat is heel diep waar. Wanneer de christelijke kracht uit ons leven wegtrekt, wanneer we niet meer enthousiast kunnen worden voor Christus, en ons leven voor God tam en oppervlakkig wordt, dan is nooit de remedie iets van: kom op, er tegen aan, harder je best doen, dan komt het wel weer. Want daar brand je alleen maar van op. Wanneer onze liefde verkilt is er maar één remedie: opnieuw naar Christus kijken, je warmen aan zijn liefde, de vlam van je eigen liefde aansteken aan de eeuwige vlam van zijn liefde. Dat is allemaal zo. En het werk ook allemaal zo. In het algemeen. En ook wel behoorlijk abstract.

Want hoe moet je dat dan concreet doen? Ja, door bijbel lezen en bidden, dat ligt nogal voor de hand. Maar ja, stel, je brengt al je goede voornemens in praktijk en je neemt eens een uurtje de tijd om bijbel te lezen en te bidden. Daar zit je dan. De zwarte letters staren je aan. Je leest een stukje, maar eigenlijk verveelt het je. Je streept wat geboden en aanwijzingen voor je leven aan, maar het dringt niet tot je door wat je er nu concreet mee moet. Voor je het weet voel je je eenzaam met je boekje in je hoekje, en voel je je nog schuldig ook omdat het bij jou kennelijk niet werkt. En of God wel naar je luistert als je zit te bidden . . .? Over het effect van een en ander op je humeur en je manier van leven zal ik het maar niet meer hebben.

Ik heb zo'n vermoeden dat de meesten van ons die ervaring wel zullen kennen. Die moesten we maar eens vruchtbaar maken. Want er zit een aanwijzing in dat wij kennelijk al bij onze eigen hoogstpersoonlijke relatie met de Here Jezus niet zonder elkaar kunnen. Mensen zijn nu eenmaal geen eenlingen. Wij functioneren alleen maar samen. Zo is dat toch ook werkelijk, van het begin van ons leven aan? Wij bouwen geen relatie met Jezus op door in ons eentje wat in de bijbel te lezen, maar omdat we die relatie voorgeleefd zien in de mensen om ons heen, van jongsaf aan. De Jezus die ons raakt en vormt, die ons leven bepaalt en ons de weg wijst is altijd op de een of andere manier de Jezus die ons door anderen voorgehouden wordt. Het is de Jezus niet maar van het gelezen evangelie, maar de Jezus van het verkondigde evangelie, van de persoonlijk op ons toegesneden woorden en daden van mensen om ons heen. Wij ontvangen de Here Jezus altijd al samen.

Zo gaat dat toch ook werkelijk, met die vernieuwing door de Heilige Geest. Dat is niet een geheimzinnig effect en stille meditatie en overdenking. De Geest vormt ons doordat wij met elkaar praten en werken en vieren, doordat mensen tegen ons zeggen: jo, waarom doe je zo?, doordat mensen ons iets laten zien in hun leven van christelijke liefde, doordat we elkaar meenemen, naar de kerk, naar vereniging, doordat we elkaar uitnodigen en spreken, doordat we, kortom, samen de Here Jezus delen die we samen ontvangen hebben.

Zo ook pas kan er een werkelijk beeld van Christus in ons leven tot stand komen. Want wie op zijn of haar eentje goed doet en netjes leeft die laat van Christus nog niets zien. Een beeld van Christus ontstaat pas midden in een gemeenschap van mensen. Zoals man en vrouw pas samen beeld van God vormen in de schepping, zo vormt pas de open gemeenschap van de kerk een beeld van Christus in de herschepping.

Nergens merk je het belang van samen goede werken doen en samen leven in geloof meer, dan bij de twee effecten van de vernieuwing van de Geest die zondag 32 noemt. Uit de vruchten zeker zijn van je geloof en ook onze naasten voor Christus winnen. Probeer dat op je eentje en er komt totaal niets van terecht. Wie zeker wil zijn van zijn geloof en zich terugtrekt op zichzelf om zichzelf te onderzoeken, die loopt het grootste risico juist heel onzeker te worden van zijn geloof. Zijn er niet veel tekortkomingen in ons hart en leven? Hoe echt is dat nu allemaal bij mij? Hoe zuiver zijn mijn motieven? Roep die vragen in de stilte van de eenzaamheid en er komen vele echo's maar geen antwoorden. Zekerheid van je geloof krijgt je juist pas werkelijk als je er met elkaar over praat, als je deelt wat in je hart woont, als je samen de weg zoekt door het leven, als je elkaar je zonden belijdt en elkaar de vergeving van God toezegt. Als je elkaar kent als gelovigen kun je elkaar ook sterken als gelovigen. Als je samen goede werken doet kun je altijd terugvallen ook op het oordeel van de ander. Wie twijfelt aan zichzelf moet niet bij zichzelf te rade gaan, maar juist bij anderen.

En ook bij dat tweede komt het belang van samen leven in geloof sterk uit. Er gaat maar een heel oppervlakkige aantrekkingskracht uit van een individuele gelovige die een werkelijk christelijk leven leidt. Wat zegt dat? Er zijn zoveel mensen die een goed en aantrekkelijk leven leiden, al zijn ze totaal niet christelijk. Waar aantrekkingskracht van uit gaat dat is van een gemeenschap die als een christelijke gemeenschap functioneert. Als die ontbreekt zijn individuen machteloos. Dan durf je je eigen contacten zeker niet mee naar de kerk te nemen. Dat zou alleen maar afschrikken.


Daarom moeten we maar veel aan het avondmaal denken als we aan ons christenleven werken. Zoals we volgende week hier weer samen hopen te zitten en te vieren, zo wil ons christenleven samen geleid worden. Leg de accenten maar eens wat anders in zondag 32. Daar wordt-ie sterker van: waarom moeten wij samen goede werken doen? Omdat Christus ons niet alleen gekocht en vrijgemaakt heeft, maar ons samen ook door zijn Geest vernieuwt opdat wij samen dankbaarheid tonen en Hem prijzen, en zo voort. Laten we samen ons richten op Christus en elkaar aansporen, bemoedigen, de weg wijzen. Kom op, Hij heeft ons samen gekocht met huid en haar, wat moeten we nog met seksuele bijgedachten, zelfbevrediging, onkuisheid? Kom op, Hij geeft ons samen alles wat we nodig hebben, wat moeten we nog met andere goden? Wat hebben we samen eindeloos veel schatten in Hem, wat zouden we stelen? Hoe kunnen we gierig zijn in het zicht van de schat in de akker en dronken, waar de wijn smaakt naar het bloed van het Lam? Wat moet een lasteraar of oplichter waar Christus' liefde en waarheid heersen? Ja, heersen in de gemeente, die aanplakzuil van de waarheid genoemd wordt. Wie samen goede werken doen wil, die voelt pas de pijn als er mensen niet mee willen doen, zoals je aan het avondmaal vaak pas goed voelt wie je mist. Ja, en wie samen goede werken doen wil, die voelt pas goed de kracht van Christus, vernieuwend en veranderend. Zo past dat bij een Christus die niet los verkrijgbaar is. Christelijk leven doe je samen, met Christus, of je doet het helemaal niet. Laten we het samen doen, dan zullen we het ook eens helemaal wèl doen. Amen.


<<<